28 februari staat mijn 1e
rit van 200km gepland. Dit keer een voor mij nog nieuwe startlokatie: ARA
Niederrhein in Duitsland. De start is pas om 10 uur in de ochtend, dus ik
vertrek ’s ochtends, na nog even heerlijk uitgeslapen te hebben richting
Duitsland, voor mij krap een uurtje rijden. Daar aangekomen ga ik me eerst
binnen melden. Wat een drukte in vergelijk met de ritten die ik in Nederland
heb gereden! Er staan zo’n 150 randonneurs klaar voor de start, waaronder
slechts 3 Nederlanders. Wel leuk om te zien dat er in Duitsland veel meer
vrouwen mee fietsen. Jan van Osch staat er met een bak brevettenkaarten van
2014, ook voor mij ligt er nog een enveloppe met brevettenkaarten, die
verzameling heb ik nu ook compleet.
Na het aanmelden ga ik
rustig mijn fiets klaar maken. Ik vraag me af hoe de start zal
verlopen, ik hoor iets over verschillende startgroepen, maar hoe dat gaat is me niet
helemaal duidelijk. Als Michael in het Duits een toespraak heeft gehouden, gaat
iedereen rustig naar de start. Ik vang wat gesprekken op over handschoenen,
warme handschoenen en de paniek slaat bij mij toe. 10 minuten daarvoor had ik
besloten mijn niet al te warme winterhandschoenen aan te trekken omdat die veel
fijner zitten en het best redelijk weer zou worden (voor eind februari dan).
Maar ik heb het ineens zo koud, ijskoude vingers en de verhalen over warm,
warmer, warmst, maken me niet geruster. Het zou toch een graad of 8 worden?
Geen zin om terug te wandelen naar de fiets, de eerste groep is al vertrokken.
Ik zie dat Moni steeds 30 mensen aftelt die een nummertje op de startkaart
krijgen en per groep vertrekken. Nu snap ik het systeem, na afloop kan aan de
hand van het startgroepnummer evt de tijd gecorrigeerd worden. Ik zit in
startgroep 3, het is bijna 10 over 10 als ik vertrek.
De eerste 77 km tot de eerste
controlepost krijgen we wind tegen. Het waait best redelijk en mijn conditie is
nog niet geweldig. Ik hang achterin de groep en dat bevalt me prima, na 5
minuten rijden we Nederland al in. Tempo is prima, zo rond de 27 km per uur. Even opletten
dat ik niet achter groepjes afvallers blijf hangen en de grote groep kan
volgen. Als ik dit vol houd tot in Thorn denk ik dat het best goed gaat. Iets
over 1 uur bereiken we de eerste stempelpost bij de Pannenkoekenbakker. We
worden hier netjes in het Duits te woord gestaan J. Samen met Jos en Tom (aangewaaide randonneur)
drink ik even koffie en een krap half uurtje later zitten we weer op de fiets.
Heerlijk met de wind in de rug waaien we langs het kanaal. Vorig jaar zei een
ervaren randonneur dat meer mensen zich stuk rijden met de wind in de rug, dan
met de wind tegen. Dus dat in gedachten, hou ik mijn tempo heerlijk ontspannen.
In Asten slaat Tom af om thuis wielrennen op tv te gaan kijken en rij ik
verder, soms met Jos, soms alleen.
Ik zit me te verheugen op
een stop in Cuijk, ik heb zin in een warme kom soep. Dan bedenk ik me dat dat
een saai controlepunt is bij een benzinepomp, niks lekkere soep! Ik besluit om
kwart voor 4 lekker op een bankje in het bos neer te ploffen en mijn broodjes
rustig op te eten. Een korte stop is welkom en het is leuk om de kleine
groepjes randonneurs langs te zien fietsen. Met een krappe 10 minuten zit ik
weer vol energie op de fiets. Rond 5 uur ben ik in Cuijk en ik hang even een kwartiertje
bij de benzinepomp rond en verzamel energie voor het laatste stukje. Er zitten
inmiddels alweer 155 km
op.
Het laatste stukje valt
niet mee, de wind staat uiteraard in de verkeerde richting, het ontspanne stuk
wind in de rug zit er echt op. En ik krijg ruzie met mijn GPS en twijfel of ik
wel goed rij. Er staat een pijltje in de GPS die de richting geeft, moet dus
netjes naar boven wijzen, maar de pijl draait alle kanten op. Ik weet dat ik
het laatste stuk de route van de heenweg raak en ik ben bang te ver door te
rijden en weer opnieuw aan de 200km te beginnen. Ik heb geen idee op hoeveel km
van het eindpunt dat punt zit. Dus ik stop, twijfel, zoom uit, stop opnieuw
voor mijn lampje, het wordt snel donker, stop opnieuw voor de route. GPS was
goed, achteraf blijkt er in de track te zijn gerommeld, de route loopt soms een
stukje terug en dan weer verder, GPS was dus prima J, onzekerheid niet nodig. De zon gaat onder en het laatste stuk door
Nationaal park Maasduinen is mooi. Even wennen om weer in het donker te
fietsen. 19:10 uur ben ik weer terug in Twisteden, toptijd voor mij: 9 uur.
Mijn hard verdiende kopje goulassoupe van Moni gegeten en toen weer rustig
richting huis.
Die handschoenen… prima
keuze, na het eerste stukje geen koude handen meer gehad. Het was heerlijk
fietsweer, droog, zonnetje, beetje veel wind. Op naar de volgende 200km,
waarschijnlijk 28 maart vanuit Zwolle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten