Dit verhaal begint eigenlijk al eind 2016. Nadat ik in de
trein ben gestapt in Leeuwarden tijdens de Dutch Capital Tour zat ik te balen.
Het was me al snel duidelijk dat slaapgebrek en een toch nog slechte
basissnelheid me op hadden gebroken, mijn fietssnelheid was op een gegeven
moment dramatisch laag. Dat moest anders kunnen. Ik zocht via internet naar een
trainer en kwam bij Topvorm terecht. Deed daar een conditietest en ging
fanatiek trainen volgens schema’s. Eerste doel: in 2017 mijn basissnelheid op
de kortere afstanden verbeteren, in 2018 de snelheid op de langere afstanden
verbeteren en dan in 2019 moest ik wel klaar zijn voor Parijs-Brest-Parijs met
iets meer dan 11 minuten over. In 2017 verdwenen alle ritten boven de 200 km
uit mijn schema’s, even rust. En dan zou ik in 2018 de ritten tot 600km weer
oppakken. En toen kwam Merselo-Verona langs. In 2014 had ik deze rit achter de
computer al zitten volgen en het leek me zo speciaal en mooi, door diverse
landschappen naar Italië. Dus ik opperde bij de trainer om deze rit in het
schema te zetten voor dit jaar en ik ging hard trainen. Soort generale voor
PBP2019 en kijken waar mijn verbeterpunten zaten. Gelukkig wilde het thuisfront
meewerken. Oppas voor de kinderen en Charles zou me in Verona (hopelijk zou ik
dat halen) ophalen en daar zouden we nog een paar dagen blijven.
Zondag 26 augustus. ’s Middags fietskeuring en papieren
ophalen in Merselo. ’s Avonds diner, kijken wie er allemaal aan de start zouden
staan en bijpraten. Daarna nog een heel kort nachtje in mijn eigen bed en
maandagochtend om 5 uur de start.
Dag 1
Spannend, de zenuwen waren enorm en ik was er nog steeds
niet van overtuigd dat ik hier klaar voor was. We reden met regen weg, het was
donker. De wind stond niet erg gunstig, vooruitzicht was de eerste dag vooral
tegenwind. De eerste etappe bestond uit 370km richting Worms. Mijn plan om zo
lang mogelijk in de groep te blijven hangen mislukte volledig. Er werd zo hard
gereden en zoveel variatie in snelheid dat ik snel voor mezelf koos, dus bij de
eerste geheime controle op 65 km zat ik al in de achterhoede. Om 10 uur is het
nog steeds niet helemaal droog, maar gelukkig begint het dan wat op te klaren,
het is zwaar, veel wind en ik rij op hartslag. Even later krijg ik gezelschap
van Jurrian en we blijven de rest van de dag samen.
Om 13:00 uur bereiken we de
eerste controle. Even daarvoor ben ik door een beest gestoken of gebeten in
mijn been, het doet zeer, ik mepte het weg en heb geen idee wat het was. We
rijden inmiddels langs de Rijn richting Koblenz. Het is een mooi stuk om te
fietsen. Fijn fietspad langs het water op. Het is zo goed als vlak en langs de oevers zie je heuvels met allemaal mooie kastelen. Het is ook lekker weer geworden. Rond 19:00 uur bereiken we een onverwacht verzorgingspunt. Voor het eerst rijstepap gegeten, prima fietsvoer. Daarna heb ik voldoende aan wat sportvoeding en we stoppen later op de avond niet uitgebreid om te eten. Om 00:10 uur bereiken we de eerste slaapplaats. Mooi op schema en echt tijd om te slapen. Douchen, bidon herstelvoeding, wekker 5 uur en proberen om om 6 uur weer op de fiets te zitten.
Dag 2
laat ontbijt bij een bakkertje |
De eerste 75 km zijn nog vlak, daarna begint het meer heuvelachtig te worden met zeer pittige klimmetjes. Op 480 km plof ik moedeloos neer op een bankje en mail naar huis: “blijft het de hele dag zo pittig, of komt er nog een makkelijker stuk.” Ik moest eens weten wat me nog te wachten stond, het was net begonnen. De klimmetjes zijn soms erg stijl, toch is het goed te doen. Het is wel mooi en het is prachtig weer. Na de controle in Tübbingen (16:45 uur, 550km), waar ik even heerlijk eet, begint het echt hoger te worden.
De klimmetjes zijn soms erg stijl, toch is het goed te doen. Het is wel mooi en het is prachtig weer. Na de controle in Tübbingen (16:45 uur, 550km), waar ik even heerlijk eet, begint het echt hoger te worden. Het is prachtig fietsen en ik heb mijn klimritme een beetje gevonden. Maar het belooft een latertje te worden, middennacht in Kressbronn, 2e slaapplek, ga ik absoluut niet halen.
Bij Burg Hohenzollern aan de Donau (echt een prachtig kasteel, mooi verlicht in de avond, heb ik het helemaal gehad met alleen fietsen. Het was zo donker en eng en vooral heel donker in het zwarte zwarte pikzwarte Zwarte Woud. En ik hoorde ook enge beesten. En het was pas 21:15 uur…. Het leek echt veel later. Ik wil wachten op gezelschap, maar het is zo donker. Ik bel Jan op (sorry) en vraag of er nog ergens een verzorgingspunt is, dan zou ik daar wel op Jurrian wachten, die zou niet zover achter me zitten. Maar ik hoor dat die uitgevallen is. Dus ik rij door, misschien staan Joop en Jaap even verderop nog met verzorging. En ja hoor, die staan er nog en Joop wil me al van eten voorzien. Maar hij zegt dat er net een ligfietser weg is, die ligt maar 150meter op me voor.
Ik besluit snel op de fiets te stappen en te proberen hem bij te halen. Dat lukte, maar het was niet ideaal fietsen, hij ging hard heuvel af en ik makkelijker heuvel op. Maar, ik zag een lampje in mijn buurt en dat fietste een stuk beter. Achteraf gezien had ik het meest enge en donkere stuk achter de rug. Maar ik werd lekker uitgedaagd wat sneller te dalen en zo met iemand in de buurt en af en toe een praatje, fietste het een stuk beter. De uurtjes vlogen voorbij en uiteindelijk bereikte ik 2:20 uur de slaapplaats op 700km. Er ging een korte zoektocht aan vooraf, want door de omleiding kwamen we langs slaapplek “de Engel”, die natuurlijk dicht was. Ik wist (achteraf in een wat helderder moment) wel dat alleen de eerste paar fietsers daar zouden overnachten, dus door naar de juiste slaapplek. Kort nachtje, maar nog altijd langer dan bij PBP. Ik besluit de volgende dag rond 7 uur te vertrekken, dan is het licht.
Dag 3
Niet helemaal helder bij de Bodensee |
Zicht op de Arlbergpass |
En daar moet ik omhoog? Hoe dan? Hoe dan? Nou ja, gewoon beginnen, af en toe even afstappen en vooral door blijven trappen. Ik vind het doodeng en zwaar. Het is bloedheet op de helling, dik 40 graden, het water dat ik drink, loopt meteen over mijn rug weer weg. En ik hou niet van warm weer. Maar het is ook mooi, soms is even alle verkeer weg en dan is het zo indrukwekkend stil. Ik voel me nietig en klein tussen al die indrukwekkende bergen. Wat wonen we op een prachtige aarde! Met de top in zicht stap ik nog een keer af, ik ben bang dat het nog veel verder is en ik heb het zo warm. Maar uiteindelijk ben ik boven. Ik ben naar boven gekropen, maar ik ben er. Ik word enthousiast onthaald door het verzorging-team, ze staan heel lief op mij te wachten. Op de foto zie ik er ook niet zo fris meer uit.
Daarna lekker naar beneden, ik zie de Reschenpass inmiddels iets meer zitten. Het is genieten (tussen de inzinkingen door). Het gaat vandaag heel laat worden, maar als ik vannacht in Bolzano ben, weet ik dat ik morgen tijd genoeg heb om de tocht te voltooien. Het is heerlijk fietsen, veel bekende plaatsjes van vakanties jaren terug. De bergstroompjes, alpenweiden, heerlijk verkoelend water (wat ik wel kan gebruiken met deze temperatuur). Om half 6 app ik naar huis: “vandaag nog 170 km incl een bergpas”, gekkenwerk. Om 20:01 uur stempel ik af in Martina, de grenspost onder aan de Reschenpass, de douanebeambten kijken me meewarrig aan, nog naar Bolzano vanavond? Tja, wordt nachtwerk. Het is donker als ik Italië in rij. Ik heb geen idee waar ik fiets, is hoor vanalles en het is donker. Ik rij weer alleen, zoveel mensen fietsen er niet achter me. Allemaal smalle weggetjes, tussen de boomgaarden door merk ik de volgende dag. De geluiden van de nacht kan ik de volgende dag plaatsen. Maar het wordt te laat en ik ben moe. Ik heb slaapaanvallen en ik hem moeite met de monotone wisseling in lichtval door de bomen. Het is warm en soms word ik nat gesproeid door de sproeiers. Geen ruimte om even ogen dicht te doen, het is zwaar. Ik besluit om staand mijn ogen heel even dicht te doen, rits mijn kleding losser, doe mijn bril af en hoop dat ik nog een tijdje wakker blijf. Als ik eindelijk weer in de bewoonde wereld ben, doe ik tegen een muurtje kort mijn ogen dicht en rij zo snel mogelijk verder. Tegen de ochtend ben ik eindelijk in Bolzano, 4:40 uur en 1000km. En wat denk je, ik ben nog lang niet de laatste en er zijn al heel veel mensen uitgevallen! Lekker slapen en ik hoef morgenochtend niet vroeg weg, zet de wekker op 8 uur.
Dag 4
Ik heb vandaag nog tot 23:00 uur voor de laatste 200km. Ik
slaap kort en ben klaarwakker, half 9 zit ik alweer op de fiets. Iedere ochtend
stond ik zonder klachten op en reed ik zonder klachten verder. Vandaag heb ik
voor het eerst serieus last van mijn kont, ach, mag het na 1000km? Verder voel
ik me prima. ’s Ochtends even een stortbui, maar daarna is het droog en warm.
Ik ben trots dat ik al zover ben gekomen en weet dat ik, zonder gekke dingen,
op tijd binnen ga komen. Vanaf nu vooral afdalen was er tegen me gezegd, maar
dat viel erg tegen, echt vlak is het niet. Maar het is leuk om nu in het licht
te zien waar ik vannacht reed. Het is leuk fietsen in het zonnetje tussen alle
boomgaarden.
De klim naar het Gardameer was verschrikkelijk, vond dat ik wel genoeg geklommen had. En de afdaling was ook verschrikkelijk (eng, smal, stijl, druk, klinkertjes). De route langs het Gardameer was erg mooi. Ik was alleen jaloers op iedereen die lekker aan het zwemmen was, ik had het zo warm! Veel tunneltjes, ook een nieuwe ervaring. Aan het einde van het Gardameer stempelde ik om 17:00 uur af bij een ijssalon, 1152 km, nog maar 50 km. Die laatste 50km waren hopeloos. Als ik ergens tijdens de tocht aan opgeven heb gedacht, was het hier. Bij de eerste haarspeldbocht kwam de route weer in mijn hoofd, oja, nog een eindje klimmen, de laatste, echt de laatste. 3 uur deed ik over deze 50km, ongelofelijk, zo lang. Het schoot niet op. Ik kon de kilometers wel van mijn teller afkijken. In de verte zag ik Verona, het eindpunt. Nog een klein stukje. Toch nog in het donker de stad door, nog even de lampjes aan en om 20:30 uur kon ik aanschuiven bij het finishdiner! 1212 km, 87,5 uur.
De klim naar het Gardameer was verschrikkelijk, vond dat ik wel genoeg geklommen had. En de afdaling was ook verschrikkelijk (eng, smal, stijl, druk, klinkertjes). De route langs het Gardameer was erg mooi. Ik was alleen jaloers op iedereen die lekker aan het zwemmen was, ik had het zo warm! Veel tunneltjes, ook een nieuwe ervaring. Aan het einde van het Gardameer stempelde ik om 17:00 uur af bij een ijssalon, 1152 km, nog maar 50 km. Die laatste 50km waren hopeloos. Als ik ergens tijdens de tocht aan opgeven heb gedacht, was het hier. Bij de eerste haarspeldbocht kwam de route weer in mijn hoofd, oja, nog een eindje klimmen, de laatste, echt de laatste. 3 uur deed ik over deze 50km, ongelofelijk, zo lang. Het schoot niet op. Ik kon de kilometers wel van mijn teller afkijken. In de verte zag ik Verona, het eindpunt. Nog een klein stukje. Toch nog in het donker de stad door, nog even de lampjes aan en om 20:30 uur kon ik aanschuiven bij het finishdiner! 1212 km, 87,5 uur.
De organisatie
In een woord Super. Heerlijk dat er af en toe iemand langs
de kant stond met een vriendelijk woord, een aanmoediging, verzorging van de
inwendige mens. De goed gekozen slaapplekken, de ontbijtjes. Er is zo hard
gewerkt door de organisatie om het ons fietsers een stukje makkelijker te maken. Respect, ik denk dat dat nog zwaarder is dan een paar dagen op de fiets door te brengen. Mijn
tas werd meegenomen, zodat ik veel minder bagage bij me hoefde te dragen. Ik
kon iedere dag lekker douchen. Het was dat ik zover moest fietsen, maar het was
bijna vakantie. De verzorging, daar kan denk geen enkele tocht in de toekomst
aan tippen. Super!
Samenvattend
Het lastigste onderweg vond ik de wegopbrekingen. Iedere
keer creatief een oplossing bedenken. Dat is niet mijn sterkste punt en kost
mij veel tijd. Het was mooi, ik heb zoveel gezien, zoveel beleeft, zoveel
verschillende landschappen, van het vlakke Nederland, de Rijn, Donau, Moezel
volgend door de heuvels met steile klimmen van het Zwarte Woud, de minder
steile, maar lange klimmen in de Alpen en uiteindelijk door de boomgaarden naar
Verona. Maar het blijft sporten, dus echt tijd om stil te staan bij alles wat
ik tegenkom had ik niet. En het was ook
zoveel om te zien. Vol verwondering en respect voor de natuur, genoot ik van alles wat er langs kwam.
Vergeleken met PBP2015 ben ik echt veel beter gaan fietsen.
Ik had 2,5 uur over tov 11 minuten, heb de dubbele tijd geslapen, heb geen last
gehad van spierpijn onderweg. Stapte iedere ochtend weer redelijk fit op de
fiets. Geen last van blessures of ongemakken onderweg, zelfs geen lekke band, alleen
dat zadel zat de laatste 200km niet meer zo lekker. De fietssnelheid is deze 4
dagen redelijk stabiel gebleven. Gemiddelde fietssnelheid 19,2 km/uur tov 17,2
km/uur bij PBP. Helemaal niet slecht met al dat klimwerk. Het was een zware
tocht, werd achteraf gezegd. Maar wat is zwaar? Ik denk dat het altijd zwaar
is, er zijn momenten dat je erdoorheen zit, maar die momenten gaan voorbij.
Helder in het hoofd blijven, dat is het belangrijkste. Voldoende eten (en dat
hoeft helemaal niet extreem veel te zijn) en slapen. Van de 46 starters zijn er
32 binnen de tijd binnen gekomen, dat is 30% uitval. Dus best een prestatie.
Vrijdagochtend zijn we na het ontbijt gaan wandelen in
Verona, zo goed stond ik weer op. Traplopen ging die dag niet zo soepel, maar
ook daar had ik zaterdag geen last meer van. Op naar PBP2019!