zondag 30 september 2018

Merselo-Verona (1200km)


Dit verhaal begint eigenlijk al eind 2016. Nadat ik in de trein ben gestapt in Leeuwarden tijdens de Dutch Capital Tour zat ik te balen. Het was me al snel duidelijk dat slaapgebrek en een toch nog slechte basissnelheid me op hadden gebroken, mijn fietssnelheid was op een gegeven moment dramatisch laag. Dat moest anders kunnen. Ik zocht via internet naar een trainer en kwam bij Topvorm terecht. Deed daar een conditietest en ging fanatiek trainen volgens schema’s. Eerste doel: in 2017 mijn basissnelheid op de kortere afstanden verbeteren, in 2018 de snelheid op de langere afstanden verbeteren en dan in 2019 moest ik wel klaar zijn voor Parijs-Brest-Parijs met iets meer dan 11 minuten over. In 2017 verdwenen alle ritten boven de 200 km uit mijn schema’s, even rust. En dan zou ik in 2018 de ritten tot 600km weer oppakken. En toen kwam Merselo-Verona langs. In 2014 had ik deze rit achter de computer al zitten volgen en het leek me zo speciaal en mooi, door diverse landschappen naar Italië. Dus ik opperde bij de trainer om deze rit in het schema te zetten voor dit jaar en ik ging hard trainen. Soort generale voor PBP2019 en kijken waar mijn verbeterpunten zaten. Gelukkig wilde het thuisfront meewerken. Oppas voor de kinderen en Charles zou me in Verona (hopelijk zou ik dat halen) ophalen en daar zouden we nog een paar dagen blijven.
Zondag 26 augustus. ’s Middags fietskeuring en papieren ophalen in Merselo. ’s Avonds diner, kijken wie er allemaal aan de start zouden staan en bijpraten. Daarna nog een heel kort nachtje in mijn eigen bed en maandagochtend om 5 uur de start.

Dag 1
Spannend, de zenuwen waren enorm en ik was er nog steeds niet van overtuigd dat ik hier klaar voor was. We reden met regen weg, het was donker. De wind stond niet erg gunstig, vooruitzicht was de eerste dag vooral tegenwind. De eerste etappe bestond uit 370km richting Worms. Mijn plan om zo lang mogelijk in de groep te blijven hangen mislukte volledig. Er werd zo hard gereden en zoveel variatie in snelheid dat ik snel voor mezelf koos, dus bij de eerste geheime controle op 65 km zat ik al in de achterhoede. Om 10 uur is het nog steeds niet helemaal droog, maar gelukkig begint het dan wat op te klaren, het is zwaar, veel wind en ik rij op hartslag. Even later krijg ik gezelschap van Jurrian en we blijven de rest van de dag samen.
Om 13:00 uur bereiken we de eerste controle. Even daarvoor ben ik door een beest gestoken of gebeten in mijn been, het doet zeer, ik mepte het weg en heb geen idee wat het was. We rijden inmiddels langs de Rijn richting Koblenz. Het is een mooi stuk om te fietsen. Fijn fietspad langs het water op.

Het is zo goed als vlak en langs de oevers zie je heuvels met allemaal mooie kastelen. Het is ook lekker weer geworden. Rond 19:00 uur bereiken we een onverwacht verzorgingspunt. Voor het eerst rijstepap gegeten, prima fietsvoer. Daarna heb ik voldoende aan wat sportvoeding en we stoppen later op de avond niet uitgebreid om te eten. Om 00:10 uur bereiken we de eerste slaapplaats. Mooi op schema en echt tijd om te slapen. Douchen, bidon herstelvoeding, wekker 5 uur en proberen om om 6 uur weer op de fiets te zitten.

Dag 2
laat ontbijt bij een bakkertje
Mijn kamergenootjes zijn ook om 5 uur op, dus tijd om uit bed te komen. Ik voel me prima, geen stijve spieren, niet moe, zin in de nieuwe dag. Wel wat zorgen om het Zwarte Woud, het belooft een zware dag te worden. Jurrian had zich verslapen, dus ik rij alleen door. Veel zin heb ik niet om te ontbijten, maar ik probeer zoveel mogelijk te eten. De eerste controle deze dag zit bij een soort bakkertje, dus ik denk dat ik daar nog maar een keer ontbijt. 
De eerste 75 km zijn nog vlak, daarna begint het meer heuvelachtig te worden met zeer pittige klimmetjes. Op 480 km plof ik moedeloos neer op een bankje en mail naar huis: “blijft het de hele dag zo pittig, of komt er nog een makkelijker stuk.” Ik moest eens weten wat me nog te wachten stond, het was net begonnen. De klimmetjes zijn soms erg stijl, toch is het goed te doen. Het is wel mooi en het is prachtig weer. Na de controle in Tübbingen (16:45 uur, 550km), waar ik even heerlijk eet, begint het echt hoger te worden. 


De klimmetjes zijn soms erg stijl, toch is het goed te doen. Het is wel mooi en het is prachtig weer. Na de controle in Tübbingen (16:45 uur, 550km), waar ik even heerlijk eet, begint het echt hoger te worden. Het is prachtig fietsen en ik heb mijn klimritme een beetje gevonden. Maar het belooft een latertje te worden, middennacht in Kressbronn, 2e slaapplek, ga ik absoluut niet halen. 

Bij Burg Hohenzollern aan de Donau (echt een prachtig kasteel, mooi verlicht in de avond, heb ik het helemaal gehad met alleen fietsen. Het was zo donker en eng en vooral heel donker in het zwarte zwarte pikzwarte Zwarte Woud. En ik hoorde ook enge beesten. En het was pas 21:15 uur…. Het leek echt veel later. Ik wil wachten op gezelschap, maar het is zo donker. Ik bel Jan op (sorry) en vraag of er nog ergens een verzorgingspunt is, dan zou ik daar wel op Jurrian wachten, die zou niet zover achter me zitten. Maar ik hoor dat die uitgevallen is. Dus ik rij door, misschien staan Joop en Jaap even verderop nog met verzorging. En ja hoor, die staan er nog en Joop wil me al van eten voorzien. Maar hij zegt dat er net een ligfietser weg is, die ligt maar 150meter op me voor. 

Ik besluit snel op de fiets te stappen en te proberen hem bij te halen. Dat lukte, maar het was niet ideaal fietsen, hij ging hard heuvel af en ik makkelijker heuvel op. Maar, ik zag een lampje in mijn buurt en dat fietste een stuk beter. Achteraf gezien had ik het meest enge en donkere stuk achter de rug. Maar ik werd lekker uitgedaagd wat sneller te dalen en zo met iemand in de buurt en af en toe een praatje, fietste het een stuk beter. De uurtjes vlogen voorbij en uiteindelijk bereikte ik 2:20 uur de slaapplaats op 700km. Er ging een korte zoektocht aan vooraf, want door de omleiding kwamen we langs slaapplek “de Engel”, die natuurlijk dicht was. Ik wist (achteraf in een wat helderder moment) wel dat alleen de eerste paar fietsers daar zouden overnachten, dus door naar de juiste slaapplek. Kort nachtje, maar nog altijd langer dan bij PBP. Ik besluit de volgende dag rond 7 uur te vertrekken, dan is het licht.

Dag 3
Niet helemaal helder bij de Bodensee
Na een snel ontbijtje zit ik om 6:45 uur weer op de fiets. Het belooft een warm dagje te worden. De Bodensee is mooi, ik maak er een foto, dit is vast de enige keer dat ik hier op de fiets ga komen. Voel me trots, ik ben al op 700km en ben gewoon naar de Bodensee gereden. Ik rij even met wat anderen mee, maar merk dat ik het tempo niet kan houden. Dus rustig op mijn eigen tempo verder. Ik zie op tegen deze dag, de Alpen. En ondanks dat iedereen zegt dat deze dag makkelijker is dan dag 2, ben ik daar niet van overtuigd. Ik heb sinds mijn jeugd niet meer in de Alpen gefietst, dus ik kan me er geen voorstelling van maken. Ook emotioneel gaat het moeizaam. Ik mis de kinderen. Dag 2 zijn veel mensen uitgevallen, het was blijkbaar zwaar. Ik zit huilend op een bankje langs een mooi riviertje en bel naar huis. Vragen ze of ik wel op de fiets ben gestapt vanochtend? Ja, natuurlijk, daar heb ik nooit over getwijfeld. Het is allemaal zo mooi en zo veel. De riviertjes, de Rijn die overgaat in de Donau en de Moezel (geen idee waar de rivier welke naam heeft), maar het water is een constante factor, vertrouwd en rustgevend. Na een gesprekje stap ik weer op. Thuis loopt alles goed en Charles is inmiddels onderweg naar Italië. Dan begint het echte klimwerk. De passen vielen achteraf wel mee, maar al dat klimmen daarvoor…… Om kwart voor 3 sta ik vertwijfeld voor de Arlbergpass, ik zie allemaal wegen op een bergwand, oja, dat heet een pas.
Zicht op de Arlbergpass


En daar moet ik omhoog? Hoe dan? Hoe dan? Nou ja, gewoon beginnen, af en toe even afstappen en vooral door blijven trappen. Ik vind het doodeng en zwaar. Het is bloedheet op de helling, dik 40 graden, het water dat ik drink, loopt meteen over mijn rug weer weg. En ik hou niet van warm weer. Maar het is ook mooi, soms is even alle verkeer weg en dan is het zo indrukwekkend stil. Ik voel me nietig en klein tussen al die indrukwekkende bergen. Wat wonen we op een prachtige aarde! Met de top in zicht stap ik nog een keer af, ik ben bang dat het nog veel verder is en ik heb het zo warm. Maar uiteindelijk ben ik boven. Ik ben naar boven gekropen, maar ik ben er. Ik word enthousiast onthaald door het verzorging-team, ze staan heel lief op mij te wachten. Op de foto zie ik er ook niet zo fris meer uit.

Daarna lekker naar beneden, ik zie de Reschenpass inmiddels iets meer zitten. Het is genieten (tussen de inzinkingen door). Het gaat vandaag heel laat worden, maar als ik vannacht in Bolzano ben, weet ik dat ik morgen tijd genoeg heb om de tocht te voltooien. Het is heerlijk fietsen, veel bekende plaatsjes van vakanties jaren terug. De bergstroompjes, alpenweiden, heerlijk verkoelend water (wat ik wel kan gebruiken met deze temperatuur). Om half 6 app ik naar huis: “vandaag nog 170 km incl een bergpas”, gekkenwerk. Om 20:01 uur stempel ik af in Martina, de grenspost onder aan de Reschenpass, de douanebeambten kijken me meewarrig aan, nog naar Bolzano vanavond? Tja, wordt nachtwerk. Het is donker als ik Italië in rij. Ik heb geen idee waar ik fiets, is hoor vanalles en het is donker. Ik rij weer alleen, zoveel mensen fietsen er niet achter me. Allemaal smalle weggetjes, tussen de boomgaarden door merk ik de volgende dag. De geluiden van de nacht kan ik de volgende dag plaatsen. Maar het wordt te laat en ik ben moe. Ik heb slaapaanvallen en ik hem moeite met de monotone wisseling in lichtval door de bomen. Het is warm en soms word ik nat gesproeid door de sproeiers. Geen ruimte om even ogen dicht te doen, het is zwaar. Ik besluit om staand mijn ogen heel even dicht te doen, rits mijn kleding losser, doe mijn bril af en hoop dat ik nog een tijdje wakker blijf. Als ik eindelijk weer in de bewoonde wereld ben, doe ik tegen een muurtje kort mijn ogen dicht en rij zo snel mogelijk verder. Tegen de ochtend ben ik eindelijk in Bolzano, 4:40 uur en 1000km. En wat denk je, ik ben nog lang niet de laatste en er zijn al heel veel mensen uitgevallen! Lekker slapen en ik hoef morgenochtend niet vroeg weg, zet de wekker op 8 uur.

Dag 4
Ik heb vandaag nog tot 23:00 uur voor de laatste 200km. Ik slaap kort en ben klaarwakker, half 9 zit ik alweer op de fiets. Iedere ochtend stond ik zonder klachten op en reed ik zonder klachten verder. Vandaag heb ik voor het eerst serieus last van mijn kont, ach, mag het na 1000km? Verder voel ik me prima. ’s Ochtends even een stortbui, maar daarna is het droog en warm. Ik ben trots dat ik al zover ben gekomen en weet dat ik, zonder gekke dingen, op tijd binnen ga komen. Vanaf nu vooral afdalen was er tegen me gezegd, maar dat viel erg tegen, echt vlak is het niet. Maar het is leuk om nu in het licht te zien waar ik vannacht reed. Het is leuk fietsen in het zonnetje tussen alle boomgaarden.
De klim naar het Gardameer was verschrikkelijk, vond dat ik wel genoeg geklommen had. En de afdaling was ook verschrikkelijk (eng, smal, stijl, druk, klinkertjes). De route langs het Gardameer was erg mooi. Ik was alleen jaloers op iedereen die lekker aan het zwemmen was, ik had het zo warm! Veel tunneltjes, ook een nieuwe ervaring. Aan het einde van het Gardameer stempelde ik om 17:00 uur af bij een ijssalon, 1152 km, nog maar 50 km. Die laatste 50km waren hopeloos. Als ik ergens tijdens de tocht aan opgeven heb gedacht, was het hier. Bij de eerste haarspeldbocht kwam de route weer in mijn hoofd, oja, nog een eindje klimmen, de laatste, echt de laatste. 3 uur deed ik over deze 50km, ongelofelijk, zo lang. Het schoot niet op. Ik kon de kilometers wel van mijn teller afkijken. In de verte zag ik Verona, het eindpunt. Nog een klein stukje. Toch nog in het donker de stad door, nog even de lampjes aan en om 20:30 uur kon ik aanschuiven bij het finishdiner! 1212 km, 87,5 uur.




De organisatie
In een woord Super. Heerlijk dat er af en toe iemand langs de kant stond met een vriendelijk woord, een aanmoediging, verzorging van de inwendige mens. De goed gekozen slaapplekken, de ontbijtjes. Er is zo hard gewerkt door de organisatie om het ons fietsers een stukje makkelijker te maken. Respect, ik denk dat dat nog zwaarder is dan een paar dagen op de fiets door te brengen. Mijn tas werd meegenomen, zodat ik veel minder bagage bij me hoefde te dragen. Ik kon iedere dag lekker douchen. Het was dat ik zover moest fietsen, maar het was bijna vakantie. De verzorging, daar kan denk geen enkele tocht in de toekomst aan tippen. Super!

Samenvattend
Het lastigste onderweg vond ik de wegopbrekingen. Iedere keer creatief een oplossing bedenken. Dat is niet mijn sterkste punt en kost mij veel tijd. Het was mooi, ik heb zoveel gezien, zoveel beleeft, zoveel verschillende landschappen, van het vlakke Nederland, de Rijn, Donau, Moezel volgend door de heuvels met steile klimmen van het Zwarte Woud, de minder steile, maar lange klimmen in de Alpen en uiteindelijk door de boomgaarden naar Verona. Maar het blijft sporten, dus echt tijd om stil te staan bij alles wat ik tegenkom had ik niet. En het was ook zoveel om te zien. Vol verwondering en respect voor de natuur, genoot ik van alles wat er langs kwam.

Vergeleken met PBP2015 ben ik echt veel beter gaan fietsen. Ik had 2,5 uur over tov 11 minuten, heb de dubbele tijd geslapen, heb geen last gehad van spierpijn onderweg. Stapte iedere ochtend weer redelijk fit op de fiets. Geen last van blessures of ongemakken onderweg, zelfs geen lekke band, alleen dat zadel zat de laatste 200km niet meer zo lekker. De fietssnelheid is deze 4 dagen redelijk stabiel gebleven. Gemiddelde fietssnelheid 19,2 km/uur tov 17,2 km/uur bij PBP. Helemaal niet slecht met al dat klimwerk. Het was een zware tocht, werd achteraf gezegd. Maar wat is zwaar? Ik denk dat het altijd zwaar is, er zijn momenten dat je erdoorheen zit, maar die momenten gaan voorbij. Helder in het hoofd blijven, dat is het belangrijkste. Voldoende eten (en dat hoeft helemaal niet extreem veel te zijn) en slapen. Van de 46 starters zijn er 32 binnen de tijd binnen gekomen, dat is 30% uitval. Dus best een prestatie.

Vrijdagochtend zijn we na het ontbijt gaan wandelen in Verona, zo goed stond ik weer op. Traplopen ging die dag niet zo soepel, maar ook daar had ik zaterdag geen last meer van. Op naar PBP2019!


woensdag 15 augustus 2018

Merselo-Verona, 1200km, start 27-8-2018, tijdslimiet 90 uur.


Nog ruim 1 week en dan ga ik starten aan deze tocht. Als voorbereiding zat ik net mijn verslag van PBP2015 te lezen en DCT2016. Geen goed idee, dat maakt me niet rustiger. Maar mijn fiets-voorbereiding is goed en ik denk dat ik er klaar voor moet zijn. Ik fiets niet zozeer sneller, maar wel stabieler, heb minder pauze nodig en herstel sneller. En het lijkt me gewoon echt een mooie tocht, dat moet toch energie geven onderweg. 4 jaar geleden zat ik al vanaf mijn computer met de rijders mee te leven. Nu mag ik het zelf gaan beleven. De omgeving is in elk geval prachtig.

1200 km is een heel eind, en er zitten wat heuvels en bergpassen tussen, Zwarte Woud, Arlbergpass, Rechenpass. Maar er is ook een positief puntje, deze tocht kan ik ook zien als 4 dagafstanden (oke, flinke dagafstanden) Op 3 plaatsen staat een bed voor me gereed, dus wanneer ik op tijd de slaapplaatsen kan bereiken, moet er voldoende energie zijn voor de volgende dag. Dus de rit is op te delen in:

Dag 1 Merselo-Worms. 370km (vlak)
Dag 2 Worms-Kressbronn. 325km (Zwarte Woud)
Dag 3 Kressbronn- Bolzano. 314km (Alpen)
Dag 4 Bolzano-Verona. 191km (afdalen naar Verona!!!!!!!!!!!!!!!)

Maar als ik dan teruglees dat ik tijdens PBP max 2 uurtjes slaap kon pakken per nacht, ben ik nog niet helemaal overtuigd dat ik nu iedere avond voor 12 uur de slaapplaatsen kan bereiken, wat eigenlijk wel mijn ultieme doel is. Dan kan ik om 6 uur in de ochtend weer redelijk fris op de fiets stappen
Wat ik wel geleerd heb tijdens de vorige ritten is dat je slaaptekort nooit meer goed maakt tijdens de rit. Herstellen gaat prima op de fiets, maar te weinig slaap haal ik niet meer in. Dus in theorie: als ik voldoende slaap, rij ik de dag daarna makkelijker en kom ik misschien de laatste dagen nog een beetje vooruit.

En nog iets moois. Ik mag een bagagetas meegeven die op iedere slaapplaats beschikbaar is. Dus in de fietstas hoeven geen spullen voor 4 dagen. Iedere dag schone kleding, iedere dag douchen en een goed bed. Het zou zomaar een luxe-vakantietocht kunnen worden 😊

Dus ik ben aan het rekenen en tellen. Kijken hoe laat ik waar moet/wil zijn. Een schema voor wat houvast. En nu maar hopen dat ik dit keer mijn schema ook aan kan houden en deze niet voordat ik halverwege ben al in de prullenbak gooi. Nadenken over wat ik mee wil nemen, wat in de bagagetas moet. Nog ruim een week, ik ben benieuwd. Ik vind het wel heel spannend.



maandag 16 juli 2018

Brevet 600km Mooi Nederland (7 en 8 juli 2018)






7 juli 2018, 8 uur 's ochtends, de start van 600km brevet met de toepasselijke naam Mooi Nederland, want tijdens dit brevet kom je zoveel mooie gezichten van Nederland tegen. Ik heb deze route is 2013, 2014 en 2015 al gereden, dus de route is redelijk bekend. Ieder jaar met zijn eigen moeilijkheden. Vorig jaar heb ik geen brevetten langer dan 300km gereden, dus ik zie er best tegenop. De tas gepakt met redelijk wat eten en warme kleding voor de nacht. Verder beloofd het mooi en misschien wel iets te warm weer te worden.

Het start lekker, oostenwind in de rug en we vertrekken door Brabant, met stukjes België, richting Zeeland. Het groepje rijdt lekker, maar als ik op mijn hartslagmeter kijk, zie ik dat ik eigenlijk wat te snel ga. Ik had me voorgenomen om dit keer netjes in mijn zones te blijven, zodat ik dag 2 ook nog een beetje tempo kon rijden. Dus ik laat me uit de groep zakken en rij rustig verder. Voor 12 uur heb ik de eerste 100km er al op zitten, dus het schiet best op. Op het controlepunt in Zundert, vul ik mijn water bij en drink ik wat en rij ik lekker verder. Het begint al zonnig te worden.

Veerpond Rozenburg

De tweede etappe loopt door Zeeland. Heerlijk fietsen langs de Westerschelde, Zeeland is zo mooi als je in het Oosten van het land woont. Het gaat nog steeds redelijk met de wind mee en om 15:00 uur zit ik aan een kop soep in Wilhelminadorp, 167 km. Het is warm, doordat ik constant in de zon rij, loopt de temperatuur op mijn tellertje op naar 35 graden. Vanaf nu zal de wind minder gunstig staan, zeg maar gerust ongunstig, maar ondanks dat ik redelijk wat mede-randonneurs tref, besluit ik op mijn eigen tempo door te rijden. De Zeelandbrug is zwaar, maar ik kan een eindje schuilen achter een elektrische fiets :) dat scheelt een heel eind. Daarna de Brouwersdam. Het is inmiddels zo warm dat ik verleidelijk kijk naar iedereen die aan het zwemmen is. Ik heb nog nooit zo naar zwemmen uitgezien tijdens het fietsen. Onderweg stoppen voor een foto controle in Ouddorp, bij de uitkijktoren. Pondje bij Rozenburg blijft een attractie voor mij als Oosterling, met die grote zeeschepen die langs varen.

Daarna door richting Delft, waar we bij JePe thuis worden verwelkomt met eten en drinken. 20:30 uur, 264 km gereden, dus bijna op de helft. Lekker even uitrusten in de tuin. Zijn buurvrouwen hadden bakken vol macaroni gekookt en dat ging er wel in. Er wordt gemopperd op de wind, maar zolang ik rustig op mijn eigen temp door rij, valt het allemaal best mee. Ik kom erachter dat ik 2 fouten heb gemaakt met inpakken, reflectiehesje vergeten en achterlicht niet gecontroleerd, die is dus leeg. Reserve lichtje op de fiets gemaakt en weer verder. De wegopbreking in Delft was even lastig, een brug waar je niet overheen kan is altijd puzzelen. Ja, ik weet, als je beter oplet zie je dat er ook een omleidingsroute is, dus na even puzzelen zaten we weer op de juist route. Inmiddels rij ik samen met Wil. In de nacht zit ik liever niet alleen.

Na de fotocontrole bij Wassenaar 288km begint het lekker af te koelen, ik trek een warmer jackje aan. Lekker de duinen door. Leuk met al die kustdorpjes vol levendigheid, afgewisseld met de rust in de duinen. Bij Noordwijk is het lastig, we mogen niet over de boulevard ivm een evenement. Door de agente werden we gewaarschuwd: hele boulevard lopen en niet op de fiets stappen na een paar meter. Dus we pakken maar de hoofdstraat. In het donker en de duinen is het lastig om weer op de track terug te komen, maar het gaat goed.

Veerpond over Noordzeekanaal 
bij Spaarndam om 1 uur 's nachts
Op 340 km zit er een 24 uurs benzinepomp, wat een gezelligheid daar om 1 uur in de nacht, al die verdwaalde fietsers. Tegen half 4 bereik ik de 24uurs pomp bij Berkhout. Veel last slaap gehad de laatste 2 uur en daardoor ging het tempo flink omlaag. Wil ben ik ergens verloren, die had waarschijnlijk een bankje nodig om even te slapen. Maar het wordt zo weer licht en het grootste deel van de nacht ben ik niet alleen geweest. Ik klamp weer aan bij andere fietsers, maar op de Houtribdijk rij ik weer alleen, alleen met heeeeeeel veel vliegen. Ze zaten overal, ik kon niet door mijn mond ademen en ze kropen overal tussen. Alsof je door een regenbui van vliegen rijdt. Als zwarte zwermen hingen ze boven de dijk en kon ik me verheugen op wat er weer aan ging komen. Om 6 uur bereik ik de andere kant van de dijk en heb ik eerst de vliegen overal uitgeveegd.

Om half 7 denk ik een ontbijt te kunnen bestellen bij de MacDrive. Vertellen ze dat je pas vanaf 7 uur een ontbijt kan bestellen. Maar blijkbaar was een hongerige fietser op dit tijdstip wel een reden om een uitzondering te maken. Dus even later zit ik lekker aan een egg-burger en croissantje met warme choco. Bij vliegveld Lelystad was weer een wegopbreking. Gewoon de bordjes van de omleiding volgen werkte prima, maar ik hoorde dat niet iedereen de weg makkelijk kon vinden. Daarna weer wat gezelschap van 2 randonneurs, hielp goed om het tempo weer wat omhoog te krijgen, want soms zat ik een beetje te suffen op de fiets. Tussen Lelystad en Harderwijk ging het even mis. Op een smal weggetje remde de voorste fietser heel hard, nummer 2 ook en ik was net niet snel genoeg, dus ik lag in de brandnetels. Alles viel mee, maar misschien kan ik beter alleen rijden als ik moe ben en mijn reactievermogen wat minder is.

9:15 uur ben ik in Stroe, 481 km op de teller, wat een afstand. Ik maak me een beetje zorgen om de controle in Nijmegen omdat daar een wielerwedstrijd aan de gang is. Stroe-Nijmegen is nog best pittig, het gaat een beetje op en af op de Veluwe en dan uiteindelijk een pittig klimmetje naar Berg en Dal. Had een wielrenner commentaar op mijn slakken-klimtempo... heb teruggeroepen of hij er ook al 540 km op had zitten (kreeg een verbaasde blik). Ik was al trots dat ik netjes fietsend boven kwam. Maar ik ben inmiddels best moe door slaapgebrek en vooral verveeld van het op de fiets zitten. Moet mezelf vooruit slepen.

Lekker poffertjes gegeten in Berg en Dal en kon rustig tussen de wedstrijden door afdalen richting Well. Het is zwaar het laatste stuk, die eerste 100km zijn altijd makkelijker dan de laatste 100. Fysiek ben ik niet echt moe, maar kan de motivatie om te fietsen slecht vinden. In Duitsland voor Well zitten nog een paar kleine klimmetjes. Ik stop wat vaker, maar kan nog redelijk tempo vasthouden, dat was mijn doel. Na Well is het nog een klein stukje en na 32 uur en 1 minuut ben ik moe en voldaan binnen in Merselo. Door alle omleidingen was de gereden afstand 610km.

Maar wat een roteind is 600 km eigenlijk :) En wat was het verschrikkelijk warm, het water was niet aan te slepen. Op naar Merselo-Verona volgende maand. Nu, een weekje later zie ik het wel weer zitten, maar na aankomst in Merselo moest ik er niet aan denken om vanuit Merselo 1200km richting Verona te fietsen. Pijn is snel vergeten, de mooie dingen blijven hangen.

donderdag 24 mei 2018

Zaterdag 19 mei 2018. Brevet 300km Merselo


’s Avonds een bruiloft en ’s ochtends vroeg (zeer vroeg) uit bed om om 6 uur aan de start te staan voor rondje Über den Ochsenkopf vanuit Merselo. Een mooie tocht, die ik al vaker heb gereden. De weersvooruitzichten zijn wat minder na een aantal dagen zeer mooi zomerweer en zomerweer in het vooruitzicht. Maar voor deze dag is er niet veel zon voorspeld. In de auto is het wat mistig en regent het licht. Gelukkig is het in Merselo droog, maar bij de molen is er weinig zon te zien en de temperatuur is ook niet erg lekker. Lange broek en lang shirt aan.
De molen in Merselo
Met een behoorlijke groep gaan we van start. Ik zit in een heerlijk groepje, snelheid zo rond de 27km/uur, dat kan ik lang volhouden. Richting zuiden, richting de Limburgse heuveltjes. Ook dit jaar gaat de groep in Thorn weer massaal richting het bejaardenhuis, ipv de afslag net daarvoor de pakken, volgens mij ben ik daar nog ieder jaar verkeerd gegaan. Maar ja, als makke schapen volgen we gewoon de voorste 2 fietsers, te lui om zelf goed op te letten. En ook de pannenkoekenbakker is Maaseik rij ik gewoon voorbij, het was druk op de markt. Snel terug gereden, niet voor pannenkoeken, daarvoor is het wat te vroeg, maar een warm kopje koffie is wel welkom. Het laatste stuk langs de Maas en dan wordt het voor mij tijd om afscheid te nemen van de groep.
De jongens klimmen veel beter en ik weet dat de 100 km die volgen zwaar worden als ik niet lekker mijn eigen tempo rij.

Hierna volgt een mooi stukje Limburg, bij Henri Chappele begint het zonnetje soms voorzichtig tevoorschijn te komen. Indrukwekkend, steeds weer, al die witte kruizen boven op de berg. Met wat klimmetjes en veel vals plat, is het tempo wat lager. Bij het stuwmeer van Eupen zit ik lekker in het zonnetje en besluit de lange broek uit te doen. 
Stuwmeer Eupen
Foute keuze, want als de zon verdwijnt is het weer erg koud. Toch nog vlot kom ik in Simonskall aan. Daar wilde ik wat eten, maar de kok had pauze. Als ik een kwartiertje geduld zou hebben was een kop goulashsoep met brood te krijgen. Daar was ik wel aan toe, dus even heerlijk op het terras gezeten. De soep was heerlijk en zeer goed voor het aanvullen van de zouten. Vanaf het terrasje zag ik de bult waar ik zo naar boven moest fietsen. Er zijn daar altijd veel fietsers die op zo’n crossfiets de berg af komen vallen en dan met de bus weer naar boven rijden. Misschien kon ik een lift krijgen met de bus 😊. Toch maar gaan fietsen.

Ik dacht dat de ergste klimmen er daarna opzaten, maar het viel nog tegen, soms vergeet je stukken van de route van voorgaande jaren. Of zou ik bewust dingen uit mijn geheugen schrappen? Ook omdat ik alleen reed en de wind uit het noorden kwam, was het tempo er een beetje uit. 
In Herkenbosch nog wat gegeten bij de cafetaria en daarna snel door naar het pondje in Kessel. Een privévaart met de pond, zelfs voor 1 eenzame fietser gaat het pondje varen en dat voor 70 cent. 
Zonsondergang bij Kessel
Vanaf daar de laatste loodjes tot Merselo.

Uiteindelijk 15,5 uur onderweg geweest. Het is de hele dag droog geweest, alleen de wind maakte het erg koud.

Dit was tocht 8 in mijn serie van 12 brevetten voor de RRTY (Randonneur Round The Year), nu staan nog gepland: 400 km in juni, 600 km in juli, 1200 km in augustus en 200 km in september. Ben benieuwd of ik het ga halen.

vrijdag 2 februari 2018

Plannen 2018

Een jaartje rustig geweest met de brevetten. Niet rustig met het fietsen, want mijn doel is om wat sneller te gaan fietsen, zodat ik bij de langere brevetten in elk geval tijd heb om voldoende te slapen. Dus ik heb veel getraind om de fout die ik maakte bij de Dutch Capitals Tour niet meer te maken.

Maar na een jaartje relatieve rust, tijd voor nieuwe plannen.

Eerste doel is om de RRTY (Randonneur Round the Year) te halen. Dat betekent 12 maanden achter elkaar 1 brevet rijden, dus minimaal 200km. Klinkt eenvoudiger dan het is. Het is plannen, afspraken thuis, hopen op redelijk weer, niet ziek worden,..... Zeker nu in de winterperiode zijn er maar weinig brevetten om uit te kiezen. In oktober het eerste brevet in de serie gereden, dus 4 van de 12 zitten er alweer op en nu volhouden. Maar ik zie de eerste beer al op de weg komen, het lijkt winter te worden de komende weken en zaterdag staat er weer een tocht gepland. En 1 maand missen, betekent weer opnieuw beginnen aan een serie van 12 maanden. Dus nu maar hopen dat het deze week droog winterweer wordt en ik zaterdag veilig kan fietsen.

Tweede doel is Merselo-Verona in augustus. 1200 km binnen 90 uur. Veel klimmen, door de Alpen. Een spannende uitdaging. Maar het mooie is dat er iedere nacht (stukje van de nacht) ergens een bed is, mits in een beetje binnen een redelijke tijd kan rijden. En de foto's die ik gezien heb, beloven een hele mooie tocht. En dan in 2019 staat Parijs-Brest-Parijs weer in de agenda. Doelen genoeg de komende tijd.

Mijn brevettenplanning voor dit jaar:
BRM 200 Bunnik 27-1-2018
BRM 200 Zwolle 10-2-2018
BRM 300 Bunnik 10-3-2018
BRM 200 Merselo 7-4-2018
BRM 300 Merselo 19-5-2018
BRM 400 Amsterdam 9-6-2018
BRM 600 Merselo 7-7-2018
BRM 200 Overveen 11-8-2018
BRM 1200 Merselo 27-8-2018
BRM 200 Groningen 22-9-2018
De eerste 2 zitten er alweer op. En verder zijn er nog een paar leuke tochten die ik nog wil rijden. Laat het voorjaar maar komen.

De mooiste dingen zie je rond zonsopgang en zonsondergang.