zaterdag 19 december 2015

Nieuw jaar, nieuwe doelen

Een tijdje geleden sinds mijn laatste blog. Na Parijs-Brest-Parijs heb ik even weinig gefietst. Mijn handen waren toch wel erg overbelast. Laatst las ik er een mooi artikel over, blijkbaar ben ik niet de enige met dit probleem J. Het heeft even geduurd, maar inmiddels is toch alle tinteling in de vingers weer verdwenen, is het dove gevoel weg en doen mijn handen weer wat ze moeten doen. En ik ben weer druk aan het fietsen. Het is nog geen winter, dus ik kan nog fijn buiten fietsen. Vandaag zag ik zelfs iemand in korte broek fietsen, volgende week is het Kerstmis! Het mag dan wel extreem zacht weer zijn voor de tijd van het jaar, maar ik geniet er nog even lekker van.

In tussentijd ook een sportkeuring gedaan, ik was wel benieuwd naar mijn huidige conditie en wat nu echt mijn hartslagzones zijn. De resultaten van die keuring vielen een beetje tegen. Volgens de sportarts had ik een prima conditie, maar zelf was ik niet helemaal tevreden. Er zat een heel groot gat tussen mijn vermogen wat ik fietste rond mijn omslagpunt en mijn maximale vermogen. Als endurancefietser zou ik verwachten dat dit wat dichter bij elkaar ligt. Ik heb mezelf geleerd om heel lang op hoge intensiteit te fietsen en dat gaat me niet slecht af. Maar dat heeft me bij Parijs-Brest-Parijs misschien een beetje opgebroken. Op lage hartslag is mijn tempo laag. Dus nieuw trainingsdoel: ook veel (in elk geval wat meer) op lage hartslag fietsen en hopen dat mijn tempo op lage hartslag uiteindelijk gaat verbeteren. Het valt niet mee hoor op lage hartslag fietsen, als ik onderin de D1 fiets heb ik een beschamend laag tempo. Ik hou mezelf maar voor: “ik kan wel sneller, maar ik wil nu even niet sneller” en laat me lekker door iedereen inhalen. Het heeft ook wel wat hoor, rustig fietsen, ik zie wat meer en kom lekker uitgerust met een leeg hoofd thuis. En ik kan inmiddels op lage hartslag fietsen. Toen ik net begon een paar jaar terug, was mijn hartslag al hoger als ik mijn fiets uit de schuur pakte.

De eerste uitdagingen zijn weer gepland. 29 december wil ik vanuit Boekelo een 200km brevet gaan rijden. Toen ik me inschreef was ik nog angstig voor sneeuw in deze periode, maar ik denk dat de koude en sneeuw nog wel even weg blijven. En voor juli sta ik ingeschreven voor de Dutch Capitals Tour. 1425 km langs alle provinciehoofdsteden van Nederland, inclusief een bezoekje aan het hoogste en laagste punt van Nederland. Weliswaar 200km meer dan Parijs-Brest-Parijs, maar ook 9000 hoogtemeters minder.


Al met al kijk ik terug op een mooi fietsjaar.

zaterdag 5 september 2015

Mijn Parijs Brest Parijs avontuur

Avontuur met hoofdletters, want dat was het echt. Ik was van plan om veel foto’s te maken, maar dat is niet gelukt. Ik was of te druk met fietsen, of het moment was net voorbij, of ik had geen zin om af te stappen (wat uiteindelijk toch wel steeds lastiger ging) en foto’s maken onder het fietsen vond ik nadat ik net, al fietsend, iemands camera kon ontwijken niet zo’n veilig idee.

De fotomomenten die ik dus niet op de foto heb staan zijn, maar echt een foto waard waren:

  • Een heel lief baby wild zwijntje (pyjamaatje met streepjes) in een veld langs de weg (gelukkig zag ik papa en mama zwijn niet)
  • De mooie uitzichten
  • De kasteeltjes langs de weg
  • De authentieke Franse dorpjes
  • De mensen die overal langs de weg stonden om de fietsers aan te moedigen, de tafeltjes met eten, het water wat overal aangeboden werd
  • De fietsers die echt overal, in allerlei postities lagen te slapen langs de weg, op bankjes, in portiekjes, bij mensen in de tuin, gewoon in de berm, in volle eetzalen met het hoofd op tafel, onder tafels, in hoekjes, zittend, liggend, omgevallen, met knisperende reddingsdekens, met slaapzakjes, onder dekens. Hoe verder ik kwam, hoe meer er langs de weg lagen, overdag, ’s nachts……
  • De lange rij met rode lampjes in de nacht, die mooi de weg aanwezen.
Ze staan in elk geval als bijzondere herinnering in mijn hoofd.

Ervaringen en leermomenten
Wat ik verder nog mee wil geven. Het was een geweldige ervaring! De route, de massa, de fietsers, de toeschouwers. Met 400km zei ik: Nooit meer! Maar op de terugweg betrapte ik mezelf erop dat ik bezig was met: De volgende keer zou ik dit zus of zo doen. Ik heb veel dingen gedaan die veel tijd kosten. Ik had veel sneller kunnen/moeten fietsen zodat ik meer tijd had om te slapen, of verspeelde tijd op controlepunten om kunnen zetten in slaaptijd. Slaaptijd kwam ik echt te kort. Ook had ik tijd bij kunnen laten schrijven met het ongeval, maar ik had toen nooit gedacht zo krap in de tijd te komen. Er was gezegd: Verander geen dingen vlak voor een grote tocht. Natuurlijk wist ik dat, en toch gooide ik op het laatste moment de oplaadbare batterijen uit mijn tas (zo lastig om te onthouden welke vol en leeg zijn) en nam normale batterijen mee. Helaas bleef de batterijspanning niet hoog genoeg voor lamp en GPS, waardoor de lamp na 2 uur al uitviel en de GPS ’s nachts de achtergrondverlichting niet kon gebruiken. Dus met de paar oplaadbare batterijen die ik gelukkig wel had en een powerbank in mijn bagagedroptas, kon ik voor de laatste nacht mijn lamp van voldoende spanning voorzien. In Bretagne zijn de wegen zo slecht dat het prettig was om in de afdalingen beide lampen te gebruiken. Het was soms puzzelen. Ook is het zinloos rond 12 uur slaapplekken te zoeken. Slapen is beter aan het begin van de avond of het einde van de nacht. Aangezien het hele bioritme toch om zeep wordt geholpen, maakt het niet uit wanneer je wat eet of wanneer je waar slaapt. Het voelt eigenlijk alsof ik gewoon een hele lange dag onderweg geweest ben ipv 3,5 dag/nacht. Iets meenemen voor als er toch blaren op zitvlakken ontstaan, zodat je niet een Frans sprekende drogist in het Engels duidelijk moet maken wat je zoekt. En voor iemand zonder richtinggevoel was het handig om iets te bedenken om de fiets terug te vinden. Ik heb wat afgezocht! Zeker als ik geslapen had vond ik het al lastig om zelfs de plek waar de fietsen stonden terug te vinden L Was in elk geval blij met een felgroen stuurlint.

Verslag
Op donderdag vertrokken we al richting de camping Huttopia in Versailles. Zo zouden de kinderen even tijd hebben om te wennen voordat mama een paar dagen weg zou gaan. Langzaam aan zagen we vrijdag en zaterdag steeds meer fietsers op de camping aankomen. Zaterdagochtend naar de fietskeuring, ik dacht vroeg te gaan, in de hoop dat het dan nog rustig was, maar er stond een enorme rij.
De keuring zelf stelde, behalve het wachten, weinig voor. Lampjes werden gecontroleerd en er werd gekeken of alle onderdelen wel vast zaten. Daarna door het Velodrome in, helaas mochten man en kinderen alleen op de tribune blijven. Ik verder in de volgende rij voor het ophalen van de documenten. Ik hoopte dat er ook een Nederlands sprekende balie was, maar die zag ik niet. Eigenlijk stelde het niet veel voor, ook in het Engels begreep ik prima wat de bedoeling was. Een stempelboekje, mijn Superrandonneurmedaille, nummers voor de fiets, een enkelband met chip en bonnen voor een veiligheidshesje en fietsshirt. Dus door in de volgende rij voor shirt en hesje. Inmiddels had ik wel een idee van de massaliteit van dit hele gebeuren.

Gelukkig was er geen rij bij de Nederlandse shirts die ik besteld had J en stond ik na een paar uur!!! weer buiten. Inmiddels was ik wel lekker in de stemming gekomen, zoveel mensen, zoveel landen, zoveel verhalen. Leuk!

Zondagochtend werd er eerst nog een foto gemaakt van de Nederlandse deelnemers, ook de kinderen mochten trots mee op de foto.
Even bijpraten en toen weer naar de camping, de start zou pas een paar uur later zijn en eventjes slapen was nog wel prettig.

Rond 5 uur waren we weer terug bij het Velodrome, wat een circus! Wat een drukte! Om half 6 mocht ik richting het startvlak en nam ik afscheid van man en kinderen. Dat was wel even moeilijk. Ik had gezegd lekker achteraan te starten in de hoop nog even te kunnen zwaaien.

Bij het startvlak kwam ik erachter dat ik best nog had kunnen wachten, het vak voor H en J stonden er nog en je werd daar alsnog in het juiste vak gezet. Ik zat in vak K, die liep inmiddels rustig vol. Nog wat ervaringen uitgewisseld met andere fietsers, even een fotomomentje en toen was het bijna kwart over 6 en gingen we richting de start.

Na een inleidend verhaaltje over veilig fietsen en zo mochten we gaan. Pfff, eindelijk, nu kon ik de spanning los laten.

Het eerste uur was een groot feest. Zoveel mensen langs de kant, ik voelde me gedragen. Ik had tranen in mijn ogen, wat mooi om dit zo mee te maken. Toen het iets rustiger werd kreeg ik het gevoel: “Jeetje, ik doe het echt, ik ben echt gestart aan Parijs-Brest-Parijs”. Toen ik 4 jaar geleden in Parijs was en de fietsers zag en de sfeer voelde, had ik nooit gedacht dat ik dit echt zou kunnen. Regelmatig stonden er mensen aan de kant om aan te moedigen, dit zou eigenlijk de hele weg zo blijven, zelfs ’s nachts. Het fietsen ging lekker, licht heuvelachtig. Rond half 12 ging het mis in de groep die mij voorbij kwam. Een Franse dame ging hard over de kop en kwam met een indrukwekkend vonkenspoor aan de andere kant van de weg in de berm terecht. Ik ben gestopt en ben erbij gebleven. Een Fransoos heeft met mijn telefoon de ambulance gebeld en ik heb geprobeerd haar rustig te houden, ze had erg veel pijn, sprak geen Engels (en ik geen Frans), dus ik geloof dat ik de helft van de tijd maar Nederlands heb gepraat J. Hier maakte ik mijn 1e fout, ik had hiervoor tijd bij moeten laten schrijven, ik zie nu op de GPS dat dit me 45 minuten heeft gekost. Toen de ambulance er was ben ik met trillende benen weer op de fiets gestapt. Het heeft een hele tijd geduurd voordat ik me weer veilig voelde in het donker. Jammer dat ze me op het controlepunt niet wilden vertellen hoe het met haar is afgelopen, gezien haar klachten denk ik gebroken/gekneusde ribben. Mijn reddingsdeken had ik achtergelaten, volgende dag toch maar een nieuwe gekocht.

Ivo had gezegd dat zodra “au Perche” in de namen kwam, het omhoog zou gaan, dat klopte wel en gaf me wat houvast in de nacht. In Mortagne (au Perche) (140km) heb ik wat cola gehaald, dit zou alleen op de terugweg een stempelpost zijn. Omdat het ongeval me zoveel tijd had gekost, ben ik snel verder gegaan. In Villaines (220km, maandag 5:37 uur) ben ik wat langer gestopt. Eigenlijk ging het heel goed, hierna werd het gelukkig weer licht en een helaas een beetje mistig. In de ochtend is het altijd even lastig, dan slaat de vermoeidheid toe. Mijn positieve instelling van de eerste 200km is verdwenen. Het gaat steeds omhoog en omlaag, weinig vlak. Al mijn schema’s lijken niet te werken. Met 310km (controle Fougeres, maandag 11:26 uur) stopt ik wat langer en eet er een broodje. Ik heb het echt zwaar. Het is inmiddels lekker zonnig, dus ik stop om even zonnebrandcrème te smeren. Als iemand zich afvraagt waarom ik niet bruin wordt van fietsen: dat komt door die factor 50 die ik rijkelijk smeer. Ik app naar huis dat ik alle schema’s vergeet en voor uitfietsen en een tijd van 89 uur en 55 minuten ga. Nooit gedacht dat ik zo dicht rond die tijd uit zou komen. Ik besluit dat het gekkenwerk is om 1200km te fietsen en neem me voor om dit ook echt nooit meer te doen. 

Tinteniac (364km, maandag 15:00 uur) sprint ik door de controle heen om een uurtje later toch even te stoppen. Lekker een kwartiertje in het gras onder een stralend blauwe lucht. 's Nachts kan je dit beter niet doen, want dan stopt er binnen 5 minuten een bezorgde automobilist om je te redden. Niet iedereen snapt wat voor idiote onderneming dit is.

Ik  stop nu ongeveer iedere 1,5 uur een kwartiertje.

Loudeac (449km, maandag 21:05 uur), Jan staat hier met de bagagedrop. Ik weet niet hoe ik verder moet. Echt moe ben ik niet, maar emotioneel heb ik het zwaar. Het ongeval zit nog in mijn hoofd. Thuis hoor ik steeds dat mijn vader nog in het ziekenhuis ligt, dat kan ook niet, die had al lang thuis moeten zijn. Ik zie op tegen de afstand. Nog een eind naar Brest en dan dat hele eind nog terug naar Parijs. Ik plof neer op het campingstoeltje wat Jan heeft staan en ontvang wat mentale ondersteuning. Hij zegt dat het beter gaat als ik wat gegeten en geslapen heb. Na een half uurtje stap ik op en rij door naar de controlepost. Hier sprint ik doorheen en besluit door te rijden tot Carhaix om te slapen. Even later stop ik bij een pizzaria, geen slimme keuze want het duurde allemaal zo lang, wilde bijna zonder pizza af te wachten door rijden. Pizza koste me een kostbaar uur. Ik ben verdrietig en moedeloos, ik baal ervan dat ik zo krap in de tijd zit, Het fietsen gaat beter doordat de heuvels wat af lijken te vlakken. In de nacht stop ik even kort. De lampjes van de mensen die al op de terugweg zijn komen me al tegemoet en ik moet nog zo ver. Veilig kom ik na een geheime controle in St Nicolas de Pelem in Carhaix aan (525 km, dinsdag 3:06 uur). Ik boek een bed en laat me 2 uur later wekken. Gek in zo’n slaapzaal, gelukkig is het redelijk rustig, Loudeac was drukker met slapen. Dit kost me 2,5 uur, maar met hernieuwde moed stap ik weer op de fiets. Achteraf een verstandige keuze, het is koud en mistig, maar het koudste gedeelte heb ik geslapen.


Rond 8 uur stop ik even kort voor een fotomomentje, mooie laaghangende bewolking in het dal, het ziet er echt bijzonder uit. Half 9 stop ik bij een boulangerie die heerlijke stokbroodjes braadworst met gebakken uitjes heeft.
Heerlijk ontbijt. Daarna vlot door naar Brest. Het slapen heeft me goed gedaan, maar emotioneel blijft het zwaar. Half 11 sta ik bij de brug van Brest.
Een emotioneel momentje, jeetje, ik heb gewoon Brest bereikt, halverwege, de terugweg komt eraan! Maar het blijkt dat ik nog 45 minuten moet fietsen totdat ik uiteindelijk de controle bereik. De Roc Trévézel viel me mee, maar is een flinke klim naar boven. Ik Brest (618km, dinsdag 11:12uur) neem ik lekker een douche en schone kleding. Daar knap ik misschien nog wel meer van op dan slapen. Deze stop kost me zeker een uurtje, maar fris en met volle buik stap ik weer op de fiets. Terugfietsen zou prettiger zijn volgens de peptalk van Jan, dus daar hou ik me aan vast. Ook wel leuk om bordjes Parijs te volgen ipv bordjes Brest.

Weer terug in Carhaix (703 km dinsdag 17:50 uur). Toch gek om gewoon dezelfde weg terug te fietsen. Hier eet ik wat en blijf te lang hangen, 5 kwartier, die tijd heb ik eigenlijk niet. Ik zou wat moeten sparen om te slapen. De tijdsplanning is nog steeds krap en wordt steeds krapper. Het is wel fijn dat  inmiddels de controleplekken een beetje bekend zijn, dat scheelt wat zoekwerk en ik loop niet meer zo hulpeloos rond.
Loudeac (782km, woensdag 0:37 uur) Op het controlepunt wilde ik slapen maar het was belachelijk druk, rijen voor de bedden, dat zou lang wachten zijn (minimaal half tot 1 uur). Toch maar door naar de volgende slaapplek in Quedillac of de berm, die inmiddels bezaaid is met fietsers. Jan zit er gelukkig nog met de bagagedrop en hij had een auto en moest nog even blijven zitten, dus ik vraag of ik heel even mijn ogen dicht mag doen in zijn auto om daarna veilig door te rijden naar Quedillac. Hij maakt me uiteindelijk pas na 1,5 uur wakker en dat is voldoende voor deze nacht (veel meer tijd heb ik niet). Mijn fietstempo is diep bedroeft, ik fiets nog sneller op mijn boodschappenfiets naar mijn werk, maar ik kan het tempo niet meer vinden.

De controle in Tinteniac (867km, woensdag 8:25uur) kost me ook een uur, ik heb geen zin meer, mijn gemiddelde snelheid (ook de rijsnelheid) hebben een echt dieptepunt bereikt. Nog maar 350 km, ik neem het besluit de tocht uit te gaan rijden en probeer het tempo te verhogen. Ik moet tijd hebben om nog een keer te slapen, want ik zie al dat ik richting de 90 uur ga, dus nog 1 volle nacht te gaan. Toch kost ook Fougeres (921km, woensdag 12:35 uur) me 50 minuten om te lunchen. Soms stop ik kort, ’s middags rond 5 uur krijg ik slaapaanvallen en besluit mijn ogen dicht te doen op een bankje in de zon. Daarna hard doorrijden.

In Villaines (1009km, woensdag 19:37 uur) boek ik nog een keer een bed. Ik slaap 1,5 uur en besef dat binnen de tijd binnen komen heel krap wordt, maar slaap is belangrijker. Ik wil graag veilig en heel terugkomen in Parijs, ook al betekent dat geen medaille. Ik word hier wakker gemakt door een vriendelijke dame, maar ik ben echt volledig gedesoriënteerd wakker, heb geen idee waar ik ben en wat ik hier doe en hoe ik hier gekomen ben. Bel zelfs Charles op waar hij is. Ik dacht dat hij me hier uit zou zwaaien. Het is hier een echt dorpsfeest, lijkt op een startlokatie. Ik kan mijn fiets niet terugvinden en ben in paniek. Als ik eindelijk mijn fiets heb denk ik FIETSEN!!! Ik moet tijd inhalen. Mijn tempo schiet omhoog, toch kom ik 20 minuten te laat in Mortagne (1090km, donderdag 2:19 uur) binnen. Maar denk ik, hierna wordt het redelijk vlak. Toch ben ik weer ruim 30 minuten kwijt op deze controle, ik had ook zo hard gereden en weinig gestopt. Het begint voor het eerst te regenen en de nacht was koud. Doorracen naar Dreux (1165km, donderdag 7:26 uur), yes, iets tijd over. Ik besluit te genieten van een ontbijt, domme keuze, koste me een weer uur. Maar ik was koud en nat, had veel moeite om me uit al mijn laagjes kleding te pellen. Zou ik Parijs halen voor 12:15 uur, het is echt krap. Het weer is slecht en de heuvels die ik op de heenweg niet gezien heb, zaten nu ineens wel in dat laatste stuk. Of zouden mijn benen inmiddels op zijn? Het is ook slecht weer. Ik zie de tijd langzaam wegtikken maar bereik net binnen de tijd de laatste controle (1230km, donderdag 12:06 uur). Zo sfeervol als de start was, zo’n ontgoocheling is de finish, we werden helemaal ergens achterlangs gestuurd en ook al finishte ik overdag, er waren minder mensen dan op veel plaatsen onderweg. Gelukkig wel man en kinderen, die ik erg gemist had.
Binnen boekje inleveren en lekker douchen, nog even bijkletsen en naar de camping. Ik had verschrikkelijk veel slaap, maar fysiek was ik niet verschrikkelijk moe. Dat bevestigd mijn vermoeden dat ik harder had kunnen rijden.


De dag daarna pakken we rustig in. Ik wil naar huis. Papa ligt nog in het ziekenhuis en ik wil weten wat er is. Ik herstel goed, geen spierpijn, alleen mijn handen…… Pinken en ringvinger tintelen, spieren zijn verkrampt en ik kan nog geen mes in mijn handen houden. Dat is de enige tegenvaller. Nu 3 weken later gaat het langzaam beter, maar ik mis nog volledig de kracht in mijn handen. Het voelt zo gehandicapt, de simpelste dingen kan ik niet. Ik voel dat het herstelt, maar maandag even kijken of de fysio er iets mee kan doen. Dit heb ik tijdens geen enkele tocht nog gehad, ook niet een klein beetje. Alleen fietsen gaat nog goed J

woensdag 12 augustus 2015

Waarom?

Ik kreeg laatst de vraag: Waarom ga je zo’n idioot eind fietsen? Het lijkt wel of er verwacht wordt dat aan een gekke sportieve prestatie een goed doel hoort te hangen. Maar ik hoef geen goed doel te sponsoren om een uitdaging met mezelf aan te gaan en ik hoef niet te fietsen om geld te schenken aan een goed doel. 

Maar hoe leg je nu uit: Waarom? Ik denk dat ik mezelf dit onderweg straks ook nog een paar keer uit kan gaan leggen J. Omdat het leuk is. Ja, gedeeltelijk, natuurlijk is het leuk om te fietsen, maar ik weet ook dat ik momenten tegen kom dat het niet leuk is. Omdat het een bijzondere ervaring is. Ja, ik denk dat het leuk en bijzonder is. Ik denk dat 1200km Parijs-Brest-Parijs gezelliger is dan bijna in je eentje een 600km brevet te rijden. Omdat het leuk is om zoveel verschillende mensen en nationaliteiten tegen te komen die allemaal 1 doel hebben en dat is gezond en veilig terug komen in Parijs. In elk geval omdat het leuk is om een uitdaging met mezelf aan te gaan. Bewijzen dat ik het kan. Bewijzen dat ik mezelf kan overwinnen. Omdat het fijn is om te ervaren dat ik mezelf na diepe punten weer weet te motiveren om door te gaan. Om te voelen dat ik kan herstellen als ik denk dat ik niet meer kan. Om straks trots te kunnen vertellen dat ik in elk geval de uitdaging van Parijs-Brest-Parijs aan heb durven gaan.

Na een weekje veel slapen, nadenken, uitrusten denk ik dat ik durf te zeggen dat ik er klaar voor ben. Ik had veel meer willen fietsen, maar ik denk dat het genoeg is. Niet om een toptijd neer te zetten en niet om 1200km alleen maar lachend op de fiets te zitten. Maar ik vraag me af of ik me met meer training beter had kunnen bereiden op zoveel uren op de fiets zitten. Tussen de oren moet het goed zitten, en ik hoop dat ik daar een eind mee kom.

De vouwwagen is ingepakt. De fietsspullen liggen klaar, de fiets is schoon en voorzien van alle noodzakelijkheden. Morgen op weg naar Parijs. Zaterdag fietskeuring en zondag de start. En hopelijk ben ik volgende week rond deze tijd alweer een heel eind op de terugweg richting Parijs. Ik ben benieuwd wat deze tocht me gaat brengen.....


Vanaf zondagavond 16 augustus zijn mijn doorkomsten op de controlepunten te volgen via http://suivi.paris-brest-paris.org/K051.html

maandag 20 juli 2015

Laatste voorbereidingen


Het gaat snel, over precies 1 maand, 20 augustus, hoop ik alweer in Parijs te zijn. Maar voor die tijd moet er nog veel gebeuren.

Een paar weken terug heb ik de definitieve inschrijving binnen gekregen. Startnummer K051, starttijd 16 augustus18:15 uur. Fietskeuring zaterdagochtend om 11 uur. Het wordt allemaal wel echt. Ik had nog een behoorlijke tegenvaller te verwerken. Mijn ouders kunnen niet mee naar Frankrijk. Mijn vader moet geopereerd worden begin augustus en dat is natuurlijk veel belangrijker. Maar ik had hem graag een beetje in de buurt gehad. Nu zal hij op afstandje mee leven. Belangrijkste is natuurlijk dat hij weer helemaal gezond wordt! Gelukkig zijn man en kinderen op de camping en kunnen ze me uitzwaaien en hopelijk ook weer binnenhalen.

Qua training ben ik niet ontevreden. Ideaal had geweest als ik wat kilometers meer aan training had gemaakt. Maar ik heb veel meer kilometers in de benen dan vorig jaar op 31 december. Het blijft passen en meten met kinderen en een baan. Vandaag nog een lekker rondje gefietst, dit keer met de kinderen en op de stadsfiets.
Pascal zelf fietsen en Rianne achterop. 25km en zoveel mogelijk veerpondjes, 3 stuks. De kinderen worden zo vanzelf enthousiast voor het fietsen. Lekker picknicken onderweg. En er is van alles te zien als je over de dijken rijdt. Toch knap voor een jongetje van 7 jaar om, zonder ook maar 1 keer te mopperen, zover te fietsen. Als mama het kan, kan ik het ook, zei Pascal J

Voorzichtig probeer ik een kleine planning te maken. Waar ik ga slapen. Hoe ik de etappes in ga delen. De tracks staan inmiddels op de GPS, de route is ook uitgepijld, dus dat moet goed komen. Een reële planning proberen te maken om in elk geval de tocht uit te rijden in 90 uur. Maar stiekem hoop ik dat ik een paar uurtjes binnen de tijd kan blijven. Zo heb ik wat speling als het allemaal tegen gaat zitten. Met 2x de tijd van de 600km, moet er genoeg tijd overblijven om te slapen onderweg en binnen de 90 uur te blijven. De eerste nacht zal ik doorfietsen. En dan proberen om zo dicht mogelijk in de buurt van Brest te komen voor de eerste uren slaap. Dan op de terugweg nog een tweede overnachting en misschien een derde overnachting. De kinderen hopen natuurlijk dat ik midden in de nacht aan kom. Want omdat opa en oma niet mee gaan naar de camping, mogen ze, op ieder onmogelijk tijdstip, mee om mij binnen te halen.


Verder is het puzzelen. Wat neem ik mee? En vooral: Wat laat ik thuis? Waar ga ik slapen? En vooral heel veel spanning, hoe zal het gaan, hoe zal het zijn? Hoe doe ik het met kleding, neem ik extra mee, kan ik wat wassen? Voorzichtig kijk ik naar de weersvoorspelling. Alsof er iets te voorspellen is een maand vooruit. Spannend! Ik laat het vooral maar over me heen komen. Alsof er iets te plannen is aan een tocht van 1200 km. Ik hoop dat ik over 1 maand terug kan kijken op een mooie ervaring.

dinsdag 23 juni 2015

Sportvoeding


Als ik fiets, eet ik normaal. Ik heb niks met de poedertjes, gelletjes, sportdrankjes, eiwitshakes. Nog nooit gebruikt. Soms gaat er een beetje dorstlesser in de bidon, maar dan gebruik ik maar de halve dosering van het recept en die bidon is vaak juist nog vol als ik weer thuis kom, liever drink ik water. En soms zo'n tabletje druivensuiker. Ik doe wel eens een poging om sportvoeding te kopen, dan sta ik voor het schap met sportvoeding in de fietsenwinkel en heb geen idee wat mee moet nemen. Zoveel soorten, zoveel merken, wat is het verschil? Waar heb ik het voor nodig? Dus zonder producten sta ik weer buiten, wel lekker goedkoop. Op een ritje van 100km eet ik, na een normaal ontbijt, niet meer dan 1 boterham met jam of Snelle Jelle en water. Na het fietsen wat magere yoghurt of kwark, gewoon echte voeding.

Maar na de langere inspanningen merk ik dat het moeilijk wordt. Mijn lichaam roept om voeding, en na mijn verantwoorde herstelvoeding, beland ik vaak in het onverantwoorde snaaitraject. Al tellende snap ik het wel, ik eet gewoon te weinig tijdens het fietsen. Ik denk dat ik aan calorieën nog niet de helft eet van wat ik verbruik en dat is dan inclusief de vaak onverantwoorde "herstel"voeding die ik na het fietsen nog naar binnen werk. Mijn maag verdraagt veel tijdens het fietsen, maar hoe langer de afstand, hoe meer moeite ik krijg om te eten en hoe kleiner de porties worden. En, die MacDonalds onderweg, geeft behalve calorieën, weinig brandstof om op te fietsen.

Tijd om wat nieuws te proberen. Ik ga aan de sportvoeding. Niet alleen sportvoeding natuurlijk, ik probeer onderweg zoveel mogelijk normaal te eten, maar als aanvulling. Nu stop ik mijn tas vol met broodjes, maar ik weet niet hoe ik dat in Frankrijk moet doen, stokbrood in de tas lijkt me niet zo handig. Bovendien stop ik straks liever wat extra kleding in mijn tas. 

Dus vandaag kwam er met de post een proefpakketje sportvoeding, diverse producten met een duidelijke handleiding hoe ik het moet gebruiken. Voor het fietsen, tijdens het fietsen, wie weet bestel ik als het bevalt nog wat voor na het fietsen. Ik ga met de komende ritten eens kijken wat lekker is. Als ik de reclames moet geloven ga ik er in elk geval een stuk harder van fietsen :) In elk geval neemt deze brandstof wat minder plek in in mijn tas dan al dat brood en heb ik na 1 dag geen geplette bananen en klef oud brood. En ik denk/verwacht dat ik bij Parijs-Brest-Parijs op de controlepunten en bij de bakkers en supermarken onderweg genoeg vers eten kan vinden. En mijn ervaring was dat je na 600km fietsen toch eet omdat je moet eten en niet omdat het allemaal nog zo lekker is. En dan ben ik pas op de helft……


De definitieve inschrijving voor Parijs-Brest-Parijs is gedaan. Starttijd 16 augustus om 18:15 uur, fietscontrole 15 augustus om 11:00 uur.

maandag 8 juni 2015

Weekendje fietsvakantie in Sauerland (brevet Zwolle 600km)


Het begon eigenlijk de hele week al met veel spanning. Een brevet naar Sauerland. Ik ben nog steeds zo bang met klimmen, ik ben er niet goed in, zelfs (vooral) niet in afdalen. En mijn grootste angst was dat ik een (groot) deel van die beklimmingen in de nacht moest doen. En ik zag zo op tegen de afstand. 600km is wel heel veel. En steeds spookte door mijn hoofd, 600km, waar begin ik aan? Dat was mijn grootste fout. Afstand moet je los kunnen laten. Dus ik probeerde er voor mezelf een positieve draai aan te geven: ik ga een weekendje fietsen in Sauerland, genieten van een mooie omgeving en tevens mezelf uitdagen en mijn kwalificatie voor PBP volbrengen.

Hier doe je het toch voor?
Dus zenuwachtig stond ik zaterdagochtend om 9 uur aan de start. Het eerste deel ging goed. Ik reed lekker in de groep mee. De wind stond gunstig en ik kon het tempo van rond de 30 km/uur goed volgen. Ik had mezelf voorgenomen om zelfstandig verder te gaan als het niet ging. Bij het 1e controlepunt viel de groep uit elkaar. Het tekentje van de controle stond een stukje verder op de GPS, dus een groot deel van de groep reed door. Ik ben lekker wat gaan drinken op het controlepunt bij het recreatiecentrum in Winterswijk. De eerste 90 km zaten er alweer op.  Daarna met Frank doorgereden. De wegen in Duitsland vind ik erg eng. Soms zit je te zoeken waar je moet fietsen, een fietspad afgeschermd van een weg met zwart/witte paaltje, hoe verzinnen ze het? Echt veilig voel ik me daar niet. Er staan 3 randonneurs een band te wisselen en we wachten even. Met z’n 5en rijden we weer door. Bovenaan de eerste klim staat de geheime controle. Ik geef de mannen aan dat ze gewoon door mogen rijden als ik hun klimtempo niet kan volgen. Zo snel klim ik niet en ik wil niks forceren door toch net iets sneller naar boven te gaan dan ik kan. Het is tenslotte nog een heel eind. En weer spookte door mijn hoofd: 600km…….

Na een tijdje rij ik dus toch alleen. Soms een stukje met Leo samen, soms weer alleen. Het is lastig om met het klimmen samen te fietsen. Zeker als we de echt lange klimmen in Sauerland tegen komen. Ik ken de Postbank, de Eltenberg en de Peeskesbult, ik heb af en toe wat in Limburg gefietst, maar dit is wel wat anders. Rond 20:00 uur kom ik de echte bulten tegen. Het gaat goed, de heuvels zijn niet stijl, maar gewoon echt lang. Voor mijn gevoel is het echt 10, 15 km omhoog om vervolgens via mooie overzichtelijke afdalingen weer naar beneden te gaan. Rond 22 uur stop ik even bovenop een berg om van de ondergaande zon te genieten en mezelf even van geschikte kleding voor de nacht te voorzien, zeker de afdalingen zijn erg koud!



Uiteindelijk rij ik in het donker dus toch alleen. Rustig berg op en daarna met steeds meer vertrouwen naar beneden. Thuis gekomen zie ik op mijn GPS dat ik toch topsnelheden boven de 60km/uur heb gehaald, dat is echt heel hard voor mij in het donker. Het fietsen in Sauerland in het donker, waar ik zo tegenop zag, is me erg meegevallen. Het was wel echt donker op veel stukken. Mijn verlichting deed het prima. De paaltjes langs de kant van de weg lichtte al ver voor me op zodat ik de bochten in de weg ver vooruit kon zien. Heel bijzonder om zo te fietsen.

Een stukje voor het controlepunt in Oelde wordt ik ingehaald door Harm, Bram en Rob. Ze waren Leo al gepasseerd en wisten dat ik ergens alleen moest rijden. Ik mocht meerijden, fijn, de nacht alleen vind ik toch wel eng. De klimmen worden wat minder lang en ik kom steeds niet heel lang achter ze boven. Toch wel fijn om weer een beetje gezelschap te hebben.

In Oelde stoppen we wat langer, er zit inmiddels 378 km op. De BurgerKing is helaas gesloten, we eten wat bij de benzinepomp. Ik heb helemaal niet het gevoel dat het half 4 in de nacht is als ik aan een broodje bockworst zit. Het is hier een drukte met de randonneurs, sommige hebben al wat geslapen. We zitten hier wat langer. Daarna nog een klein stukje naar het volgende stempelpunt in Munster. Even een kop koffie en weer verder. Het is alweer licht, maar dat is het moeilijkste punt van de nacht, het is zo koud!!!!!!!! In Oelde heb ik voor de kou al mijn regenjack aangetrokken, maar het blijft koud. En dan begint de slaap even toe te slaan. Goed op blijven letten dus. Maar als het zonnetje eenmaal goed door is, dan is de slaap ook weer snel verdwenen, het is altijd een half uurtje lastig om wakker te blijven.

Rond de 500/520 km gaat het helemaal mis met mij. Ik begin te malen, ben moe, mijn voeten gaan branden, ik heb last van mijn knie die toch behoorlijk beschadigd was bij een communicatiefoutje tussen mijn remmen en voeten. (Ik stond eerder stil dan ik mijn voet uit de pedaal kon krijgen en toch viel ik als in slow motion om.) En die 600km blijft door mijn hoofd malen. Ik zou niet meer in afstanden denken, maar ik ga nu in tijd denken (net zo fout) en het is nog zoveel uur fietsen. Het lijkt allemaal zo ver en zo onmogelijk. Ik zit al zoveel uren op de fiets en dan moet ik nog een paar uur. Bij de Holterberg zakt me de moed helemaal in de schoenen, vooral in die brandende voeten. Ik wil even van mijn fiets, gewoon heel even, de mannen willen door. Ik sukkel erachteraan, had ik beter niet kunnen doen. Maar we hadden vanaf Hengelo wind tegen en ik was bang om in mijn huidige toestand er alleen tegenin te moeten bikkelen. Zelfs stoppen spookte door mijn hoofd, echt stoppen met de finish in zicht. Enig overleg met mezelf: dat betekent of geen PBP of nog een keer 600km fietsen ipv alleen nog “maar” 35km doorzetten. Ik ga alleen verder, gooi op een handig plekje mijn fiets aan de kant, eet wat, drink wat, doe mijn sokken uit. Het helpt voor de motivatie en het helpt tegen de brandende voeten. Het lijkt wel of door de warmte zijn mijn sokken wat te strak gaan zitten. Brandende voeten heeft niks te maken met warmte, maar met drukpunten en doorbloeding. Ik spreek mezelf moed in en trek een eindsprintje die laatste 35km. Uiteindelijk stop ik nog een paar keer een paar minuten en kom slechts 10 minuten na Harm, Bram en Rob binnen, die helemaal verbaasd zijn dat ik er al ben.


Totaaltijd 33 uur en 5 minuten, effectieve fietstijd 30 uur en 9 minuten, gestopt: 2uur en 56 min, zo’n 3500 hoogtemeters, 595 km en prachtig mooi weer. Ruim voor het donker binnen, ik ben trots op mezelf!

maandag 1 juni 2015

Zwolle 400km


Vrijdag avond 22 mei stond ik om 20:00 uur klaar aan de start van het 400km brevet van Zwolle. De velo’s waren snel uit zicht en de rest van de groep reedt in een zeer aangenaam tempo van zo’n 28km/uur. Ik zat me te verbazen, dit is toch Zwolle, het Noorden van het land waar iedereen altijd hard rijdt…. Maar ik kon er niet over klagen, dit beviel me wel. Na 25 km zag helaas iemand het licht en trok het temp omhoog naar 31/32 km/uur. Niet echt een tempo waarin in met plezier 400km fiets. Dus na een tijdje achter de groep aanhangen vond ik het wel genoeg. Na 90km vond ik Leo bereidt om samen met mij ’s nachts op een schappelijker tempo door te rijden. Ik heb wat angst om alleen te rijden in de nacht. Al om 24:00 uur bereiken we het eerste stempelpunt in Leeuwarden, 111 km. Het lijkt minder donker dan vorig jaar, van vorig jaar herinner ik me alleen heel veel donker. Nu is er wel wat te zien.

We rijden een tijdje langs het kanaal en ik zie een perkje met stenen waar ik prima even kan zitten. We hebben er inmiddels 160km opzitten en het is 2:30uur. Eetpauze roep ik naar Leo, maar die ziet, als ervaren randonneur, een mooi terrasje aan de overkant van het kanaal in Zuidhorn. Het Veerhuis, ziet er gezellig uit, wel gesloten, helaas. Maar alle stoelen staan uitnodigend voor ons klaar. Ik zet mijn eigen proviand op tafel en geef mijn benen de nodige rust. 
Leo besluit te gaan slapen, maar daar vind ik het iets te koud voor, bovendien heb ik echt geen slaap. Hij creëert een mooi slaapplekje van 2 stoelen en is snel vertrokken. Na 20 min geef ik aan graag door te rijden. Leo heeft teveel last van slaap en blijft nog even achter. Nog 20km naar Groningen.

In Groningen (180km, 3:30uur), na een bak koffie en even de benen strekken bij de benzinepomp die ons stempels verstrekt, wil ik bijna verder rijden als er nog een randonneur aankomt. Hmmm, gezelschap, altijd goed. Ernst zegt dat hij inmiddels zonder verlichting rijdt, hij heeft alleen wat ledjes op de fiets om gezien te worden. Ik heb nog een goede lamp. Dus we gaan samen verder. Het valt tegen de accuduur van mijn lamp. Rond half 5 is hij leeg. Ik zat in Groningen te twijfelen, wel of geen batterijen wisselen, maar ik had geen zin in het gepruts met de lamp en dacht dat ik de ochtend wel zou halen. Maar het begint om half 5 al een beetje licht te worden.

Door naar Emmen, af en toe een korte stop. Lekker ontbijtje op een bankje langs het water. Heerlijk altijd in de ochtend. De slaap slaat nu wel een beetje toe, altijd een moeilijk moment als de zon weer op komt. Iets voor 8 bereiken wel Emmen. Helaas de Mac is nog dicht, toch maar terug naar de benzinepomp waar we al gestempeld hadden voor een sanitaire stop. Daarna begint het te regenen. Waar het bijna overal in het land droog lijkt te zijn, rijden wij in een steeds harder naar beneden komende regen. Mijn redelijk waterdichte jasje verruil ik later toch maar voor een regenjack. Het is koud, volgens mij ben ik ook niet zo gezellig. Het is wel mooi fietsen door de bossen in het Duitse stukje van de route. We schuilen nog even in een hutje langs de kant van de weg. Ik ben nat en koud en heb geen zin meer.

Tegen half 12 bereiken we Hengelo. Jee, wat is Hengelo groot. We waren Hengelo alweer uit en nog geen van der Valk gezien. En toen reden we Hengelo weer in, jippie, eindelijk een controle die geen benzine verkocht. Nat en verzopen lopen we de receptie bij van der Valk binnen en gelukkig, behalve een stempeltje, mochten natte en vieze fietsers ook plaats nemen in het restaurant. Even lekker eten, zitten, opwarmen en beetje drogen. Hier was ik aan toe! Buiten begint een voorzichtig zonnetje door te komen.

Weer uitgerust starten we voor de laatste loodjes, 75 km, over de Sallandse heuvelrug. Een mooi gebied en het is droog, wat wil een fietser nog meer. Helaas is het tempo er een beetje uit, het waait hard en vanuit een verkeerde hoek. Dus het is flink bikkelen tegen de wind in. Moe en voldaan komen we uiteindelijk om 16:33 uur in Zwolle aan. Terug in de auto kan ik mijn ogen niet meer open houden. Valt niet mee om een nacht door te fietsen. Maar na een lekkere maaltijd thuis, vroeg naar bed, sta ik de volgende ochtend weer aan de start bij de TC de Liemers om even rustig uit te rijden. Eigenlijk is deze tocht me 100% mee gevallen. De volgende ochtend geen spierpijn, geen zadelpijn, wel wat vermoeid, maar dat kan ook niet anders.


Op naar de 600km die start as zaterdag 9:00 uur, ook weer in Zwolle. Dan laat ik mezelf niet gek maken en ga gewoon vanaf het begin rustig fietsen, dan maar in mijn eentje. Maar hard fietsen in het begin, breekt me de laatste kilometers zo op. Wel spannend, in het donker door Sauerland. Ik heb nog nooit in Sauerland gefietst. En daarna, als ik natuurlijk ook dit brevet gehomologeerd krijg, kan ik me definitief inschrijven voor PBP.

maandag 18 mei 2015

Voorbereidingen PBP


De voorbereidingen voor Parijs Brest Parijs verlopen redelijk. Ik mis soms tijd om te fietsen, of eigenlijk ben ik te druk met andere dingen om tijd te maken om te fietsen. Dus nog even goed mijn best doen om met zoveel mogelijk kilometers in de benen aan de start te komen. Ik lees vaak dat het verstandig is om 10x het aantal kilometers van de te rijden afstand aan trainingskilometers te maken, dat haal ik dus echt niet. Of ik moet niet vanaf 1 januari gaan tellen :). Ik hoop dat ik voor de start op 7000 trainingskilometers zit, misschien een beetje meer, dan ben ik tevreden. Hopelijk ga ik daar geen spijt van krijgen.

De voorinschrijving is gedaan. Mijn starttijd zal 16 augustus om 18:15 uur zijn. Vanaf 31 mei kan ik de voorinschrijving omzetten in een definitieve inschrijving. Het wordt allemaal echt. Ik zie er verschrikkelijk tegenop. Het lijkt me een geweldige ervaring om mee te maken. Maar ik weet nu al dat ik mezelf zeker een paar keer tegen ga komen onderweg. Waar begin ik aan? In een blog van een ultraloopster las ik: “de pijn verdwijnt, de prestatie blijft”. Ik vind hem wel mooi. Een nachtje goed slapen en het ergste leed is weer geleden en zakken de moedeloze ervaringen naar de bodem en komen de leuke dingen weer boven drijven. Na elke tocht ben ik blij om van mijn fiets te stappen. Na een 300km kan ik me niet voorstellen dat ik terug op de fiets stap om er nog 300 te rijden, toch viel ik tijdens de 600km ook niet van mijn fiets. Dus ik denk dat ik in Brest ook ergens de motivatie kan vinden om terug te rijden naar Parijs.

Inmiddels zijn de eerste verplichte brevetten gereden. Ik heb twee keer een 200km en twee keer een 300km gereden. De 400 en 600km ga ik niet dubbel rijden, zo graag fiets ik geen nachten en dan ben ik toch liever bij mijn gezinnetje. Afgelopen weekend in Merselo de 300km gereden. Na Zwolle was ik er even helemaal klaar mee, PBP leek me een onhaalbaar doel, het was me zo tegen gevallen. Ik verbaasde mezelf dat ik een paar dagen voor de tocht, toch nog zin kreeg om te gaan fietsen in Merselo.  Van voorgaande jaren weet ik dat het een mooie tocht is, vanuit Merselo langs de Maas op naar Limburg, wat klimmetjes en dan vanaf Simonskall weer redelijk vlak. De opmerkingen over dat we na Simonskall vanaf de andere kant, de steile kant, over de Ochsenkopf moesten, bezorgde me wat zorgen. De klim zou steil zijn, maar hoe steil? Ik en klimmen is nog steeds geen goede combinatie. En ik en afdalen eigenlijk ook niet. Dat wordt nog wat bij PBP met 10000 hoogtemeters. Maar ik was die dag niet de slechtste in het groepje, klimmen ging me eigenlijk best goed af. Ik zet natuurlijk geen toptijden neer tijdens het klimmen, maar het lukte me om ontspannen naar boven te rijden. Eindelijk een tocht waarbij ik het 2e gedeelte sneller reedt als het 1e gedeelte. Valt het dan toch nog mee met de conditie? De eerst helft heb ik erg rustig gedaan, dus uiteindelijk kwam ik in een vergelijkbare tijd met de andere twee jaren terug, weer 17uur aan mijn zadel mogen wennen :)

Het eten is een ander aandachtspunt. Het eten voor het fietsen gaat goed. Ik probeer wat minder vetten en meer koolhydraten te eten de dagen voor een lange tocht. Lekker pasta en een keer pannenkoeken. Lekker, met een goed gevoel, een keertje ongezond pannenkoeken eten. Tijdens het fietsen eet ik wat ik nodig heb, gewoon waar ik trek in heb. Dit is de noodvoorraad die met een 300km in mijn tas zit: 
Maar van alle snoeperijen zit het meeste aan het einde nog gewoon in mijn tas. Ik leef op broodjes, banaan, cola, soep, soms een vegetarische pasta en af en toe wat koek of chocolade. Maar ik kom echt niet aan de calorieën die ik volgens de GPS zou verbranden, 8674 cal zei mijn GPS na de 311 km van Merselo. Laat het wat minder zijn, maar dat eet ik echt niet bovenop de 2000 cal die ik op een normale dag verbruik. Wat wel jammer is, is dat restaurants allemaal van die enorme porties voorzetten als je wat te eten besteld. Ik kan alles eten tijdens het fietsen, maar niet zoveel! Zou het dan toch beter zijn om aan te vullen met gelletjes en reepjes? Ze staan me zo tegen. En eigenlijk krijg ik geen last van trek tijdens het fietsen. De dagen daarna is een ander verhaal. Mijn lichaam is zichtbaar aan het herstellen van de inspanning en wil graag calorieën aanvullen. Dat deed ik niet handig. Om de terugweg reedt ik langs zo’n Fastfood keten. Dan vond mijn maag niet verstandig en ik heb er 2 dagen last van gehad. Ik bleef zo misselijk. Dus ondanks veel verbranden, toch verstandige keuzes maken: veel eiwitten, zuinig met vetten.


Vrijdagavond start ik met de 400km van Zwolle. Hopelijk kan ik dan weer een brevet afstrepen van mijn verplichte lijstje en komt PBP weer een klein stapje dichterbij. 

zondag 26 april 2015

Brevet 300km Zwolle 25-4-2015

Zaterdagochtend half 9 sta ik klaar voor de start van het 300km brevet in Zwolle. Een vlakke rit door het mooie Friesland. Zwolle is zeer geliefd bij de Velo-rijders en verder is mijn ervaring dat er hard gefietst wordt, niet helemaal mijn tempo dus.
Na de start merk ik al snel dat ik de voorste groep niet bij kan/wil houden. Ruim 30km per uur, dat red ik geen 300km. Dus ik laat me terugzakken. Er fietst weinig achter en ik rij in mijn eentje verder. Ik denk dat ik het niet erg vind om alleen te rijden, door alle drukte thuis zit er nog zoveel in mijn hoofd wat ik een plekje moet geven. Bovendien is de rit naar het noorden met een wind uit het zuidwesten geen straf. Ik probeer een rustig stabiel tempo te gaan rijden, rond de 27km/uur en met de wind mee wat harder. Het is mooi fietsen, af en toe wat kleurige bollenvelden, de fruitbomen mooi in bloei. Heel veel schapen en lammetjes. Mooie meertjes. Het eerste controlepunt zit op 97km, bij Terherne, het dorpje bekend van de Kameleon.
Ik stop neem een korte stop van 25 min om wat te drinken en te eten. Een rijgemiddelde van bijna 26km/uur, netjes. De regen is inmiddels redelijk gestopt, de eerste 100km waren nat! En die wind viel tegen, ik had gedacht daar meer profijt van te hebben.
Daarna door naar Holwerd, we moeten stempelen bij de bootterminal naar Ameland op 156 km.
Het rijdt nog steeds lekker. Het was gelukkig droog. In de rij tussen de mensen die een kaartje kopen voor de boot, haal ik mijn stempeltje. Daarna eet ik rustig op een bankje wat brood en een banaan. Af en toe kom ik onderweg wat andere randonneurs tegen, als ze een lekke band hebben, daarna rijden ze me weer hard voorbij. Groot is de achterhoede niet. Na een klein kwartiertje stap ik weer op de fiets. Het gaat nog steeds lekker.

Maar dan gaat het fout, mijn snelheid is er totaal uit. De volgende etappe naar Appelscha zit ik aan een gemiddelde van 19 km/uur. Ik denk dat na zo lang fietsen het toch zwaar wordt om alleen te rijden. Ik begin zelfs tegen mezelf te praten :). Misschien is een muziekje mee toch wel handig, de stilte begint een beetje te stil te worden. Als je samen rijdt, hou je automatisch het tempo wat hoger. Nu lijk ik soms gewoon te slapen en vergeet ik te trappen. De wind staat minder gunstig, maar echt zware tegenwind heb ik niet. Alles zit tegen, moet ik naar de toilet, kom ik echt geen café tegen. De benzinepomp langs de weg blijkt een onbemande, en alles is open tussen de weilanden. Wil ik eten, geen eettentje. Uiteindelijk kom ik een snacktent tegen waar ik een broodje kan eten. Maar die viel niet goed, de rest van de weg had ik last van mijn maag. Zo’n 10km voor Appelscha loopt ook nog eens mijn band leeg. Een band wisselen kan ik wel, maar ik kan niet zeggen dat het echt heel soepel gaat. Heb ik een mooie pomp met een High Pressure knopje erop, heb ik geen idee hoe ik hem op de stand kan zetten (hmmm, straks toch even opzoeken). En een voorwiel (een gelukje) in de fiets zetten als er een zware achtertas op de bagagedrager zit is niet handig. Voortaan tasje eraf halen, want nu vloog mijn fiets alle kanten op. Met mijn laatste moed sleep ik mezelf naar Appelscha. Zeker een kwartier vertraging door de lekke band. Ik bestel daar cola en een kop soep. De soep eet ik half op, ik weet dat ik moet eten, maar mijn maag denkt er anders over. Nog 65 km, “als je het snel zegt, lijkt het nog maar een klein stukje”, maar het is gewoon nog een dikke 3 uur op de fiets als je niet meer door wilt trappen.

Het is inmiddels half 9, de verlichting in orde gemaakt op de fiets. In Appelscha kwam ik Jan tegen en met hem ben ik verder gereden. Alleen fietsen prima, maar liever niet in het donker. Zo met zijn tweetjes lijkt het tempo weer iets omhoog te gaan. In het donker kan ik niet op mijn tellertje kijken, dus ik rij op gevoel. Soms rijdt Jan voor, soms rij ik voor. Het tempo is in elk geval wat beter als de laatste etappe. Moe kom ik om 23:45 uur in Zwolle aan. De tijd is best netjes, 15 uur en 15 minuten, maar echt tevreden ben ik niet over de 2e helft. En op dit moment twijfel ik of ik die 1200 km van Parijs-Brest-Parijs wel kan rijden. Eerst maar even de vermoeidheid  laten zakken.


zaterdag 28 maart 2015

Afzwemmen!

En hoe leuk en ontspannend het ook is het fietsen, soms zijn er toch belangrijkere dingen. Gisteravond hoorde Pascal dat hij vandaag toch nog af mocht zwemmen voor C. Dan wil je daar als moeder natuurlijk bij zijn :) Dus het fietsen werd alsnog vervangen door een middagje zwembad. Zo trots dat Pascal heel snel zijn voorlopig laatste zwemdiploma haalde! Respect hoor, voor al die kleine kinderen, die met kleren, schoenen en regenjas gewoon met salto het water in gaan en vervolgens 50 meter schoolslag en 50 meter rugslag zwemmen. Daarna in zwemkleding bijna het halve bad onder water moeten zwemmen en ook nog 100 meter schoolslag en 100 meter rugslag. Ik zag ook nog een mooie borstcrawl (inclusief een nette ademhalingstechniek), rugcrawl, , drijven, watertrappelen. Volgens mij was Pascal wel moe!
Morgen even een rustig rondje fietsen. De zomertijd gaat weer in, dus een avondritje op de fiets moet ook weer kunnen deze week. En dan zaterdag een nieuwe kans voor de 200km, nu vanuit Merselo. Mooie tocht langs de Rheinradweg en voor het eerst dit jaar weer de Eltenberg over, met het pondje oversteken bij Millingen en via Nijmegen weer terug.

zaterdag 14 maart 2015

Brevet 200km Twisteden

28 februari staat mijn 1e rit van 200km gepland. Dit keer een voor mij nog nieuwe startlokatie: ARA Niederrhein in Duitsland. De start is pas om 10 uur in de ochtend, dus ik vertrek ’s ochtends, na nog even heerlijk uitgeslapen te hebben richting Duitsland, voor mij krap een uurtje rijden. Daar aangekomen ga ik me eerst binnen melden. Wat een drukte in vergelijk met de ritten die ik in Nederland heb gereden! Er staan zo’n 150 randonneurs klaar voor de start, waaronder slechts 3 Nederlanders. Wel leuk om te zien dat er in Duitsland veel meer vrouwen mee fietsen. Jan van Osch staat er met een bak brevettenkaarten van 2014, ook voor mij ligt er nog een enveloppe met brevettenkaarten, die verzameling heb ik nu ook compleet.

Na het aanmelden ga ik rustig mijn fiets klaar maken. Ik vraag me af hoe de start zal verlopen, ik hoor iets over verschillende startgroepen, maar hoe dat gaat is me niet helemaal duidelijk. Als Michael in het Duits een toespraak heeft gehouden, gaat iedereen rustig naar de start. Ik vang wat gesprekken op over handschoenen, warme handschoenen en de paniek slaat bij mij toe. 10 minuten daarvoor had ik besloten mijn niet al te warme winterhandschoenen aan te trekken omdat die veel fijner zitten en het best redelijk weer zou worden (voor eind februari dan). Maar ik heb het ineens zo koud, ijskoude vingers en de verhalen over warm, warmer, warmst, maken me niet geruster. Het zou toch een graad of 8 worden? Geen zin om terug te wandelen naar de fiets, de eerste groep is al vertrokken. Ik zie dat Moni steeds 30 mensen aftelt die een nummertje op de startkaart krijgen en per groep vertrekken. Nu snap ik het systeem, na afloop kan aan de hand van het startgroepnummer evt de tijd gecorrigeerd worden. Ik zit in startgroep 3, het is bijna 10 over 10 als ik vertrek.

De eerste 77 km tot de eerste controlepost krijgen we wind tegen. Het waait best redelijk en mijn conditie is nog niet geweldig. Ik hang achterin de groep en dat bevalt me prima, na 5 minuten rijden we Nederland al in. Tempo is prima, zo rond de 27 km per uur. Even opletten dat ik niet achter groepjes afvallers blijf hangen en de grote groep kan volgen. Als ik dit vol houd tot in Thorn denk ik dat het best goed gaat. Iets over 1 uur bereiken we de eerste stempelpost bij de Pannenkoekenbakker. We worden hier netjes in het Duits te woord gestaan J. Samen met Jos en Tom (aangewaaide randonneur) drink ik even koffie en een krap half uurtje later zitten we weer op de fiets. Heerlijk met de wind in de rug waaien we langs het kanaal. Vorig jaar zei een ervaren randonneur dat meer mensen zich stuk rijden met de wind in de rug, dan met de wind tegen. Dus dat in gedachten, hou ik mijn tempo heerlijk ontspannen. In Asten slaat Tom af om thuis wielrennen op tv te gaan kijken en rij ik verder, soms met Jos, soms alleen.

Ik zit me te verheugen op een stop in Cuijk, ik heb zin in een warme kom soep. Dan bedenk ik me dat dat een saai controlepunt is bij een benzinepomp, niks lekkere soep! Ik besluit om kwart voor 4 lekker op een bankje in het bos neer te ploffen en mijn broodjes rustig op te eten. Een korte stop is welkom en het is leuk om de kleine groepjes randonneurs langs te zien fietsen. Met een krappe 10 minuten zit ik weer vol energie op de fiets. Rond 5 uur ben ik in Cuijk en ik hang even een kwartiertje bij de benzinepomp rond en verzamel energie voor het laatste stukje. Er zitten inmiddels alweer 155 km op.

Het laatste stukje valt niet mee, de wind staat uiteraard in de verkeerde richting, het ontspanne stuk wind in de rug zit er echt op. En ik krijg ruzie met mijn GPS en twijfel of ik wel goed rij. Er staat een pijltje in de GPS die de richting geeft, moet dus netjes naar boven wijzen, maar de pijl draait alle kanten op. Ik weet dat ik het laatste stuk de route van de heenweg raak en ik ben bang te ver door te rijden en weer opnieuw aan de 200km te beginnen. Ik heb geen idee op hoeveel km van het eindpunt dat punt zit. Dus ik stop, twijfel, zoom uit, stop opnieuw voor mijn lampje, het wordt snel donker, stop opnieuw voor de route. GPS was goed, achteraf blijkt er in de track te zijn gerommeld, de route loopt soms een stukje terug en dan weer verder, GPS was dus prima J, onzekerheid niet nodig. De zon gaat onder en het laatste stuk door Nationaal park Maasduinen is mooi. Even wennen om weer in het donker te fietsen. 19:10 uur ben ik weer terug in Twisteden, toptijd voor mij: 9 uur. Mijn hard verdiende kopje goulassoupe van Moni gegeten en toen weer rustig richting huis.


Die handschoenen… prima keuze, na het eerste stukje geen koude handen meer gehad. Het was heerlijk fietsweer, droog, zonnetje, beetje veel wind. Op naar de volgende 200km, waarschijnlijk 28 maart vanuit Zwolle.

maandag 23 februari 2015

Voorbereiding 1e 200km brevet

Ik heb me inmiddels ingeschreven voor mijn 1e 200km Brevet voor dit jaar. Het brevet staat al gepland voor 28 februari bij ARA Niederrhein. Leuk: eens kijken hoe de brevetten in Duitsland georganiseerd worden. Veel meer dan vertrek en eindpunt zal ik niet zien van, de route loopt denk voor 90% over Nederland J. Omdat ik bij de beschrijving las: 700hm, dacht ik dat het wel eens verstandig kon zijn om dit weekend een ritje over de Postbank te maken. Zondagochtend zag het er glad uit, na de regen van zaterdagavond is het ’s nachts gaan vriezen. Een goede reden om het eerste ‘opwarmritje’ van de TC de Liemers te laten vervallen en nog even lekker in bed te blijven liggen. Rond 11 uur zag het er weer goed uit buiten, zonnetje kwam door, dus tijd voor een rondje Hoenderloo (88km) met de Emmapiramide en Schaapsallee, in elk geval iets meer klimwerk dat ik in de winter heb gedaan. Ik reed weg in het zonnetje, maar die verdween helaas alweer snel. Het was een beetje mistig op de Veluwe, jammer. Maar het is er gewoon zo mooi, zeker dat uitzicht over de heide vlak bij het Theehuis. Laatste stuk helaas wind tegen, dat was zwaar. Als ik alleen fiets heb ik geen zin om ergens koffie te gaan drinken en dan is bijna 90 km wel een lang stuk aan het begin van het seizoen. Onderweg alleen gestopt om even wat brood te eten.

’s Avonds zie ik dat de route voor zaterdag ook al op internet staat. Als ik de route in de GPS zet, zie ik dat het wel mee zal vallen met het klimmen, hoogste punt is niet meer dan 40 meter. Zo vertekenend soms die hoogtemeters. Hopelijk zeg ik dat over een paar maanden ook over de 10000 hoogtemeters van Parijs Brest Parijs.


Statistieken tot nu toe, vanaf januari 600 km op de racefiets en 200km woonwerk-fietsen. Het houdt niet over. Vandaag blijft de fiets ook in de schuur, want mijn dochtertje is ziek en kan niet naar school. Hopelijk kan ik vrijdag nog een kort rondje fietsen. En dan maak ik er zaterdag maar een rustig uitje van. Die 200km zal best te fietsen zijn in de maximale tijd van 13,5 uur, maar een hele snelle tijd zal het niet worden (alsof ik ooit echt snel rij J)

zaterdag 24 januari 2015

Nieuwe schoenen


Ja echt, ze bestaan, vrouwen die een hekel hebben aan schoenen kopen. En zeker als er dan ook nog een technisch probleempje bij komt: namelijk fietsschoenen kopen. Al 1 jaar ben ik aan het twijfelen over welke schoenen ik moet gaan kopen. Een ding is duidelijk, mijn huidige schoenen voldoen niet. Ik krijg last van brandende voeten als ik lang op de fiets zit, niet met een rondje van 80km, maar wel als ik langer op de fiets verblijf. De ene keer wat erger dan de andere keer, maar het is een terugkomend probleem. En het verpest echt je fietsplezier, een keer heb ik een eind gefietst met schoenen die zo los zaten dat ze nog net aan mijn voet bleven hangen en nog blijft dat in brand-staande gevoel. Ik kan nu nog wel langer blijven twijfelen, maar als ik niet nog een seizoen op mijn huidige schoentjes wil doorrijden, moet ik nu echt wat gaan kopen!

Dus: geen spd schoenen met een te soepele zool, dat is duidelijk, volgens mij zijn mijn huidige schoenen niet eens mountainbike, maar spinningschoenen.

Dan komt de eerste keuze: race of mountainbike schoenen. Raceschoenen zijn geschikter voor mijn doel, maar op mountainbike schoenen kan je nog een beetje fatsoenlijk lopen door het plaatje wat in de zool zit. De fanatieke wielrenner zegt: je fietst toch met die dingen, dat kleine stukje lastig lopen, moet je maar voor lief nemen. En als je aan de ervaren mensen vraagt wat nu echt het voelbare verschil is, vergelijken ze vaak een niet stijve mountainbikeschoen met een stijvere raceschoen. Ik zou ze zo graag gewoon op een fiets willen vergelijken, 2 schoenen in de zelfde klasse, een kant SPD, een kant SPD-SL. Dan voel je misschien het verschil. Dus ik blijf door twijfelen, durf ik te lopen op raceschoenen? En wat nu echt lastig is met fietsschoenen kopen. Je kan ze passen in de winkel, maar je weet pas na 100km op de fiets of ze echt fijn zitten. 

Dus de moed bij elkaar gezocht en naar de winkel op schoenen te gaan passen. Welke ontwerper verzint het eigenlijk om al die schoenen wit te maken? Zelfs in de winkel stond ik nog te twijfelen, race of mountainbike, race of mountainbike……? Gevoel zegt race, verstand zegt mountainbike. Gevoel roept: als ze echt zo lastig lopen, trek je ze toch uit…. Verstand zegt: ja, na 300km is even schoen-loos misschien wel net zo prettig. Dus knoop doorgehakt: race (nu maar hopen dat mijn verstand geen gelijk gaat krijgen). Gelukkig, de halve collectie valt nu al af en als dame is er niet zo enorm veel keuze in schoenen als bij de heren. Om ruzie thuis te voorkomen, laat ik het hoge prijssegment ook maar afvallen. Hoewel ik even verliefd werd op het gewicht van de Specialized S-Works J. Een schoen viel af omdat die niet prettig zat, bleven er nog 2 over die aan al mijn voorwaarden voldeden. De Northwave voelde goed, maat goed, ruimte om met de tenen te wiebelen, genoeg ruimte in de breedte voor uitzettende voeten, ik hoop dat ik er een goede keuze aan heb gedaan. Paar SPD-SL pedalen erbij uitgezocht, we zijn er klaar voor. 


En nu uitproberen….. helaas ligt er een pak sneeuw buiten.

zondag 18 januari 2015

Loopschoenen weer ingewisseld voor de fiets

Januari is alweer half voorbij, tijd om weer op de fiets te stappen. Na de eerste Dijkencross heb ik het eerste en tweede weekend van januari nogmaals de 5 km gelopen. Een dappere poging om mijn 1e tijd te verbeteren. Ik wilde zo graag onder de 30 minuten lopen. Maar dat is niet gelukt, de 2e en 3e keer kwam ik exact op 31:28 min over de streep. Niet eens zo slecht aangezien de 5km eigenlijk 5,3 km is, dus een gemiddelde net boven de 10km/uur. De 2e keer was heel zwaar, de 3e keer waren de omstandigheden zwaarder (veel wind), maar liep ik comfortabel. Gek zoals dat per keer kan wisselen. Blijf het zwaar vinden het lopen, tijdens het fietsen zit ik in een veel lagere hartslagzone als met het lopen.

Nu dus tijd om de loopschoenen weer te wisselen voor de fiets. Het is tenslotte nog steeds niet echt winter geworden. Vrijdag scheen er een heerlijk zonnetje, kinderen naar school, mooi moment om er even tussenuit te gaan. Het waait nog wel behoorlijk, het lijkt momenteel meer herfst als winter. Maar het vriendelijke zonnetje geeft een heerlijk voorjaarsgevoel. Klein rondje uitgezocht zodat ik in elk geval weer op tijd bij school kan zijn om de kinderen tussen de middag op te halen. Bijna 50km gefietst, en met alle tegenwind op de terugweg was ik blij weer thuis te zijn.


Zondag regende het licht, niet echt weer wat uitnodigt om op de fiets te stappen. De voorspelde sneeuwbuien bleven weg, dus alsnog even een rondje gereden. De regen viel uiteindelijk nog mee, zelfs zonder regenjack bleef ik redelijk droog. Ondanks de wind toch voor een rondje over de dijken gekozen. Blijft zo mooi met het hoge water. Rondje Zevenaar, Westervoort, Lobith en via Elten weer terug. Weer 50km op de teller, genoeg met dit weer. Mijn planning is om in januari minimaal 400km te rijden, met 190km lig ik nog redelijk op schema.