zaterdag 5 september 2015

Mijn Parijs Brest Parijs avontuur

Avontuur met hoofdletters, want dat was het echt. Ik was van plan om veel foto’s te maken, maar dat is niet gelukt. Ik was of te druk met fietsen, of het moment was net voorbij, of ik had geen zin om af te stappen (wat uiteindelijk toch wel steeds lastiger ging) en foto’s maken onder het fietsen vond ik nadat ik net, al fietsend, iemands camera kon ontwijken niet zo’n veilig idee.

De fotomomenten die ik dus niet op de foto heb staan zijn, maar echt een foto waard waren:

  • Een heel lief baby wild zwijntje (pyjamaatje met streepjes) in een veld langs de weg (gelukkig zag ik papa en mama zwijn niet)
  • De mooie uitzichten
  • De kasteeltjes langs de weg
  • De authentieke Franse dorpjes
  • De mensen die overal langs de weg stonden om de fietsers aan te moedigen, de tafeltjes met eten, het water wat overal aangeboden werd
  • De fietsers die echt overal, in allerlei postities lagen te slapen langs de weg, op bankjes, in portiekjes, bij mensen in de tuin, gewoon in de berm, in volle eetzalen met het hoofd op tafel, onder tafels, in hoekjes, zittend, liggend, omgevallen, met knisperende reddingsdekens, met slaapzakjes, onder dekens. Hoe verder ik kwam, hoe meer er langs de weg lagen, overdag, ’s nachts……
  • De lange rij met rode lampjes in de nacht, die mooi de weg aanwezen.
Ze staan in elk geval als bijzondere herinnering in mijn hoofd.

Ervaringen en leermomenten
Wat ik verder nog mee wil geven. Het was een geweldige ervaring! De route, de massa, de fietsers, de toeschouwers. Met 400km zei ik: Nooit meer! Maar op de terugweg betrapte ik mezelf erop dat ik bezig was met: De volgende keer zou ik dit zus of zo doen. Ik heb veel dingen gedaan die veel tijd kosten. Ik had veel sneller kunnen/moeten fietsen zodat ik meer tijd had om te slapen, of verspeelde tijd op controlepunten om kunnen zetten in slaaptijd. Slaaptijd kwam ik echt te kort. Ook had ik tijd bij kunnen laten schrijven met het ongeval, maar ik had toen nooit gedacht zo krap in de tijd te komen. Er was gezegd: Verander geen dingen vlak voor een grote tocht. Natuurlijk wist ik dat, en toch gooide ik op het laatste moment de oplaadbare batterijen uit mijn tas (zo lastig om te onthouden welke vol en leeg zijn) en nam normale batterijen mee. Helaas bleef de batterijspanning niet hoog genoeg voor lamp en GPS, waardoor de lamp na 2 uur al uitviel en de GPS ’s nachts de achtergrondverlichting niet kon gebruiken. Dus met de paar oplaadbare batterijen die ik gelukkig wel had en een powerbank in mijn bagagedroptas, kon ik voor de laatste nacht mijn lamp van voldoende spanning voorzien. In Bretagne zijn de wegen zo slecht dat het prettig was om in de afdalingen beide lampen te gebruiken. Het was soms puzzelen. Ook is het zinloos rond 12 uur slaapplekken te zoeken. Slapen is beter aan het begin van de avond of het einde van de nacht. Aangezien het hele bioritme toch om zeep wordt geholpen, maakt het niet uit wanneer je wat eet of wanneer je waar slaapt. Het voelt eigenlijk alsof ik gewoon een hele lange dag onderweg geweest ben ipv 3,5 dag/nacht. Iets meenemen voor als er toch blaren op zitvlakken ontstaan, zodat je niet een Frans sprekende drogist in het Engels duidelijk moet maken wat je zoekt. En voor iemand zonder richtinggevoel was het handig om iets te bedenken om de fiets terug te vinden. Ik heb wat afgezocht! Zeker als ik geslapen had vond ik het al lastig om zelfs de plek waar de fietsen stonden terug te vinden L Was in elk geval blij met een felgroen stuurlint.

Verslag
Op donderdag vertrokken we al richting de camping Huttopia in Versailles. Zo zouden de kinderen even tijd hebben om te wennen voordat mama een paar dagen weg zou gaan. Langzaam aan zagen we vrijdag en zaterdag steeds meer fietsers op de camping aankomen. Zaterdagochtend naar de fietskeuring, ik dacht vroeg te gaan, in de hoop dat het dan nog rustig was, maar er stond een enorme rij.
De keuring zelf stelde, behalve het wachten, weinig voor. Lampjes werden gecontroleerd en er werd gekeken of alle onderdelen wel vast zaten. Daarna door het Velodrome in, helaas mochten man en kinderen alleen op de tribune blijven. Ik verder in de volgende rij voor het ophalen van de documenten. Ik hoopte dat er ook een Nederlands sprekende balie was, maar die zag ik niet. Eigenlijk stelde het niet veel voor, ook in het Engels begreep ik prima wat de bedoeling was. Een stempelboekje, mijn Superrandonneurmedaille, nummers voor de fiets, een enkelband met chip en bonnen voor een veiligheidshesje en fietsshirt. Dus door in de volgende rij voor shirt en hesje. Inmiddels had ik wel een idee van de massaliteit van dit hele gebeuren.

Gelukkig was er geen rij bij de Nederlandse shirts die ik besteld had J en stond ik na een paar uur!!! weer buiten. Inmiddels was ik wel lekker in de stemming gekomen, zoveel mensen, zoveel landen, zoveel verhalen. Leuk!

Zondagochtend werd er eerst nog een foto gemaakt van de Nederlandse deelnemers, ook de kinderen mochten trots mee op de foto.
Even bijpraten en toen weer naar de camping, de start zou pas een paar uur later zijn en eventjes slapen was nog wel prettig.

Rond 5 uur waren we weer terug bij het Velodrome, wat een circus! Wat een drukte! Om half 6 mocht ik richting het startvlak en nam ik afscheid van man en kinderen. Dat was wel even moeilijk. Ik had gezegd lekker achteraan te starten in de hoop nog even te kunnen zwaaien.

Bij het startvlak kwam ik erachter dat ik best nog had kunnen wachten, het vak voor H en J stonden er nog en je werd daar alsnog in het juiste vak gezet. Ik zat in vak K, die liep inmiddels rustig vol. Nog wat ervaringen uitgewisseld met andere fietsers, even een fotomomentje en toen was het bijna kwart over 6 en gingen we richting de start.

Na een inleidend verhaaltje over veilig fietsen en zo mochten we gaan. Pfff, eindelijk, nu kon ik de spanning los laten.

Het eerste uur was een groot feest. Zoveel mensen langs de kant, ik voelde me gedragen. Ik had tranen in mijn ogen, wat mooi om dit zo mee te maken. Toen het iets rustiger werd kreeg ik het gevoel: “Jeetje, ik doe het echt, ik ben echt gestart aan Parijs-Brest-Parijs”. Toen ik 4 jaar geleden in Parijs was en de fietsers zag en de sfeer voelde, had ik nooit gedacht dat ik dit echt zou kunnen. Regelmatig stonden er mensen aan de kant om aan te moedigen, dit zou eigenlijk de hele weg zo blijven, zelfs ’s nachts. Het fietsen ging lekker, licht heuvelachtig. Rond half 12 ging het mis in de groep die mij voorbij kwam. Een Franse dame ging hard over de kop en kwam met een indrukwekkend vonkenspoor aan de andere kant van de weg in de berm terecht. Ik ben gestopt en ben erbij gebleven. Een Fransoos heeft met mijn telefoon de ambulance gebeld en ik heb geprobeerd haar rustig te houden, ze had erg veel pijn, sprak geen Engels (en ik geen Frans), dus ik geloof dat ik de helft van de tijd maar Nederlands heb gepraat J. Hier maakte ik mijn 1e fout, ik had hiervoor tijd bij moeten laten schrijven, ik zie nu op de GPS dat dit me 45 minuten heeft gekost. Toen de ambulance er was ben ik met trillende benen weer op de fiets gestapt. Het heeft een hele tijd geduurd voordat ik me weer veilig voelde in het donker. Jammer dat ze me op het controlepunt niet wilden vertellen hoe het met haar is afgelopen, gezien haar klachten denk ik gebroken/gekneusde ribben. Mijn reddingsdeken had ik achtergelaten, volgende dag toch maar een nieuwe gekocht.

Ivo had gezegd dat zodra “au Perche” in de namen kwam, het omhoog zou gaan, dat klopte wel en gaf me wat houvast in de nacht. In Mortagne (au Perche) (140km) heb ik wat cola gehaald, dit zou alleen op de terugweg een stempelpost zijn. Omdat het ongeval me zoveel tijd had gekost, ben ik snel verder gegaan. In Villaines (220km, maandag 5:37 uur) ben ik wat langer gestopt. Eigenlijk ging het heel goed, hierna werd het gelukkig weer licht en een helaas een beetje mistig. In de ochtend is het altijd even lastig, dan slaat de vermoeidheid toe. Mijn positieve instelling van de eerste 200km is verdwenen. Het gaat steeds omhoog en omlaag, weinig vlak. Al mijn schema’s lijken niet te werken. Met 310km (controle Fougeres, maandag 11:26 uur) stopt ik wat langer en eet er een broodje. Ik heb het echt zwaar. Het is inmiddels lekker zonnig, dus ik stop om even zonnebrandcrème te smeren. Als iemand zich afvraagt waarom ik niet bruin wordt van fietsen: dat komt door die factor 50 die ik rijkelijk smeer. Ik app naar huis dat ik alle schema’s vergeet en voor uitfietsen en een tijd van 89 uur en 55 minuten ga. Nooit gedacht dat ik zo dicht rond die tijd uit zou komen. Ik besluit dat het gekkenwerk is om 1200km te fietsen en neem me voor om dit ook echt nooit meer te doen. 

Tinteniac (364km, maandag 15:00 uur) sprint ik door de controle heen om een uurtje later toch even te stoppen. Lekker een kwartiertje in het gras onder een stralend blauwe lucht. 's Nachts kan je dit beter niet doen, want dan stopt er binnen 5 minuten een bezorgde automobilist om je te redden. Niet iedereen snapt wat voor idiote onderneming dit is.

Ik  stop nu ongeveer iedere 1,5 uur een kwartiertje.

Loudeac (449km, maandag 21:05 uur), Jan staat hier met de bagagedrop. Ik weet niet hoe ik verder moet. Echt moe ben ik niet, maar emotioneel heb ik het zwaar. Het ongeval zit nog in mijn hoofd. Thuis hoor ik steeds dat mijn vader nog in het ziekenhuis ligt, dat kan ook niet, die had al lang thuis moeten zijn. Ik zie op tegen de afstand. Nog een eind naar Brest en dan dat hele eind nog terug naar Parijs. Ik plof neer op het campingstoeltje wat Jan heeft staan en ontvang wat mentale ondersteuning. Hij zegt dat het beter gaat als ik wat gegeten en geslapen heb. Na een half uurtje stap ik op en rij door naar de controlepost. Hier sprint ik doorheen en besluit door te rijden tot Carhaix om te slapen. Even later stop ik bij een pizzaria, geen slimme keuze want het duurde allemaal zo lang, wilde bijna zonder pizza af te wachten door rijden. Pizza koste me een kostbaar uur. Ik ben verdrietig en moedeloos, ik baal ervan dat ik zo krap in de tijd zit, Het fietsen gaat beter doordat de heuvels wat af lijken te vlakken. In de nacht stop ik even kort. De lampjes van de mensen die al op de terugweg zijn komen me al tegemoet en ik moet nog zo ver. Veilig kom ik na een geheime controle in St Nicolas de Pelem in Carhaix aan (525 km, dinsdag 3:06 uur). Ik boek een bed en laat me 2 uur later wekken. Gek in zo’n slaapzaal, gelukkig is het redelijk rustig, Loudeac was drukker met slapen. Dit kost me 2,5 uur, maar met hernieuwde moed stap ik weer op de fiets. Achteraf een verstandige keuze, het is koud en mistig, maar het koudste gedeelte heb ik geslapen.


Rond 8 uur stop ik even kort voor een fotomomentje, mooie laaghangende bewolking in het dal, het ziet er echt bijzonder uit. Half 9 stop ik bij een boulangerie die heerlijke stokbroodjes braadworst met gebakken uitjes heeft.
Heerlijk ontbijt. Daarna vlot door naar Brest. Het slapen heeft me goed gedaan, maar emotioneel blijft het zwaar. Half 11 sta ik bij de brug van Brest.
Een emotioneel momentje, jeetje, ik heb gewoon Brest bereikt, halverwege, de terugweg komt eraan! Maar het blijkt dat ik nog 45 minuten moet fietsen totdat ik uiteindelijk de controle bereik. De Roc Trévézel viel me mee, maar is een flinke klim naar boven. Ik Brest (618km, dinsdag 11:12uur) neem ik lekker een douche en schone kleding. Daar knap ik misschien nog wel meer van op dan slapen. Deze stop kost me zeker een uurtje, maar fris en met volle buik stap ik weer op de fiets. Terugfietsen zou prettiger zijn volgens de peptalk van Jan, dus daar hou ik me aan vast. Ook wel leuk om bordjes Parijs te volgen ipv bordjes Brest.

Weer terug in Carhaix (703 km dinsdag 17:50 uur). Toch gek om gewoon dezelfde weg terug te fietsen. Hier eet ik wat en blijf te lang hangen, 5 kwartier, die tijd heb ik eigenlijk niet. Ik zou wat moeten sparen om te slapen. De tijdsplanning is nog steeds krap en wordt steeds krapper. Het is wel fijn dat  inmiddels de controleplekken een beetje bekend zijn, dat scheelt wat zoekwerk en ik loop niet meer zo hulpeloos rond.
Loudeac (782km, woensdag 0:37 uur) Op het controlepunt wilde ik slapen maar het was belachelijk druk, rijen voor de bedden, dat zou lang wachten zijn (minimaal half tot 1 uur). Toch maar door naar de volgende slaapplek in Quedillac of de berm, die inmiddels bezaaid is met fietsers. Jan zit er gelukkig nog met de bagagedrop en hij had een auto en moest nog even blijven zitten, dus ik vraag of ik heel even mijn ogen dicht mag doen in zijn auto om daarna veilig door te rijden naar Quedillac. Hij maakt me uiteindelijk pas na 1,5 uur wakker en dat is voldoende voor deze nacht (veel meer tijd heb ik niet). Mijn fietstempo is diep bedroeft, ik fiets nog sneller op mijn boodschappenfiets naar mijn werk, maar ik kan het tempo niet meer vinden.

De controle in Tinteniac (867km, woensdag 8:25uur) kost me ook een uur, ik heb geen zin meer, mijn gemiddelde snelheid (ook de rijsnelheid) hebben een echt dieptepunt bereikt. Nog maar 350 km, ik neem het besluit de tocht uit te gaan rijden en probeer het tempo te verhogen. Ik moet tijd hebben om nog een keer te slapen, want ik zie al dat ik richting de 90 uur ga, dus nog 1 volle nacht te gaan. Toch kost ook Fougeres (921km, woensdag 12:35 uur) me 50 minuten om te lunchen. Soms stop ik kort, ’s middags rond 5 uur krijg ik slaapaanvallen en besluit mijn ogen dicht te doen op een bankje in de zon. Daarna hard doorrijden.

In Villaines (1009km, woensdag 19:37 uur) boek ik nog een keer een bed. Ik slaap 1,5 uur en besef dat binnen de tijd binnen komen heel krap wordt, maar slaap is belangrijker. Ik wil graag veilig en heel terugkomen in Parijs, ook al betekent dat geen medaille. Ik word hier wakker gemakt door een vriendelijke dame, maar ik ben echt volledig gedesoriënteerd wakker, heb geen idee waar ik ben en wat ik hier doe en hoe ik hier gekomen ben. Bel zelfs Charles op waar hij is. Ik dacht dat hij me hier uit zou zwaaien. Het is hier een echt dorpsfeest, lijkt op een startlokatie. Ik kan mijn fiets niet terugvinden en ben in paniek. Als ik eindelijk mijn fiets heb denk ik FIETSEN!!! Ik moet tijd inhalen. Mijn tempo schiet omhoog, toch kom ik 20 minuten te laat in Mortagne (1090km, donderdag 2:19 uur) binnen. Maar denk ik, hierna wordt het redelijk vlak. Toch ben ik weer ruim 30 minuten kwijt op deze controle, ik had ook zo hard gereden en weinig gestopt. Het begint voor het eerst te regenen en de nacht was koud. Doorracen naar Dreux (1165km, donderdag 7:26 uur), yes, iets tijd over. Ik besluit te genieten van een ontbijt, domme keuze, koste me een weer uur. Maar ik was koud en nat, had veel moeite om me uit al mijn laagjes kleding te pellen. Zou ik Parijs halen voor 12:15 uur, het is echt krap. Het weer is slecht en de heuvels die ik op de heenweg niet gezien heb, zaten nu ineens wel in dat laatste stuk. Of zouden mijn benen inmiddels op zijn? Het is ook slecht weer. Ik zie de tijd langzaam wegtikken maar bereik net binnen de tijd de laatste controle (1230km, donderdag 12:06 uur). Zo sfeervol als de start was, zo’n ontgoocheling is de finish, we werden helemaal ergens achterlangs gestuurd en ook al finishte ik overdag, er waren minder mensen dan op veel plaatsen onderweg. Gelukkig wel man en kinderen, die ik erg gemist had.
Binnen boekje inleveren en lekker douchen, nog even bijkletsen en naar de camping. Ik had verschrikkelijk veel slaap, maar fysiek was ik niet verschrikkelijk moe. Dat bevestigd mijn vermoeden dat ik harder had kunnen rijden.


De dag daarna pakken we rustig in. Ik wil naar huis. Papa ligt nog in het ziekenhuis en ik wil weten wat er is. Ik herstel goed, geen spierpijn, alleen mijn handen…… Pinken en ringvinger tintelen, spieren zijn verkrampt en ik kan nog geen mes in mijn handen houden. Dat is de enige tegenvaller. Nu 3 weken later gaat het langzaam beter, maar ik mis nog volledig de kracht in mijn handen. Het voelt zo gehandicapt, de simpelste dingen kan ik niet. Ik voel dat het herstelt, maar maandag even kijken of de fysio er iets mee kan doen. Dit heb ik tijdens geen enkele tocht nog gehad, ook niet een klein beetje. Alleen fietsen gaat nog goed J

4 opmerkingen:

  1. Hallo Monique, knap dat je het gehaald hebt, heb je nog zien zitten in de berm na Brest, je zat te bellen, wou je niet storen. Nog net voor de tijd, geeft wel voldoening neem ik aan :-)). Zo'n eerste keer vergeet je niet snel meer, en tja, een racefiets en dan deze afstanden, dat doet zeer. Heb wel bewondering voor mensen die het met de racefiets doen. Ben dan altijd super blij met mijn ligfiets.
    Gr. Peter de Rond

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi verhaal, en een super prestatie.
    Groetjes, Arthur

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Monique,
    De combinatie van gevoelsvermindering/uitval en krachtsvermindering in je handen wijzen op een nervus ulnaris = ellepijps-zenuw. Dit wordt veroorzaakt door de combinatie van chronische druk (=te zwaar op je stuur leunen) en Hyperextensie (=hand te veel in de richting van je handrug buigen in het posgewricht.Er is één troost: het gaat vanzelf over! Voorkomen: met gestrekte polsen fietsen en regelmatig vanpositie veranderen van je handen.
    Sterkte ermee! ik zit met ongeveer hetzelde, maar dan met duim en wijsvinger door carpaal tunnel syndroom.
    Jaap Bouman.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Monique, wat een geweldig avontuur! Wat jammer voor de gevoelsbeleving dat je zo tegen de tijd hebt moeten fietsen, maar ondanks dat lijkt het me zo mooi om mee te maken! Succes met het herstel van de blessure.

    BeantwoordenVerwijderen